Uitspraak
Scheepsmakelaardij Goliath Heeg,
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
dat het uw Hof behage voornoemde vonnissen van Rechtbank / Noord-Nederland, Afdeling Privaatrecht, locatie Leeuwarden van 11 april 2014, 4 juli 2014 en, tot slot, 14 november 2014, onder zaak/rolnummer 2609882 CV EXPL 13-11293, gewezen tussen appellant als gedaagde en geïntimeerde als eiser te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, bij arrest uitvoerbaar bij voorraad de vorderingen van geïntimeerde, oorspronkelijk eiser, alsnog geheel of gedeeltelijk af te wijzen.”
oude houten bekisting eruit gehaald, schoongemaakt,
nieuwe lagere bekisting gemaakt uit watervast hechthout (wordt in epoxy gezet)
doorvoeren log en dieptemeter losgehaald en schoongemaakt en opnieuw met Sikaflex er in gezet, dit moet nu goed zijn
4.De vordering en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van het hoger beroep
‘overzicht van de gebeurtenissen’, dat hij bij e-mail van 15 september 2013 aan [appellant] heeft toegezonden, [appellant] aan als contactpersoon van ‘Saillant Watersport B.V.’ Hij schrijft in dat overzicht dat hij in december 2011
‘samen met Dhr [appellant] van Saillant’in Duitsland is geweest en dat ‘Saillant’ hem op 21 december 2011 een factuur heeft gestuurd.
Grief IIin samenhang met de in de memorie van grieven opgenomen eis aldus, dat daarin wordt betoogd dat de gebreken aan het schip niet zodanig waren dat zij een buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigen en dat herstel nog mogelijk was. Tijdens de comparitie heeft [appellant] in dat verband de vraag opgeworpen of [geïntimeerde] ‘überhaupt gerechtigd was tot ontbinding’ en stelt hij in het verlengde daarvan dat sprake is van een voorbarige ontbinding omdat herstel niet onmogelijk was (comparitieaantekeningen mr. Dol, 5-7). Het hof merkt dit niet aan als een nieuwe grief, maar als een uitwerking van het gestelde in de memorie van antwoord onder (a) en (b) bij grief II.