Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“Definitieve opdracht wordt verstrekt door de aannemer met e.v.t. op- aanmerkingen, van de zijde van de aannemer. Dit mag niet van invloed zijn op de prijs”. Ook is opgenomen dat de planning door de aannemer zal worden verstrekt, dat de bouw van de 1e fase zal beginnen op 20 augustus 2012 of eerder en dat de eerste oplevering zal plaatsvinden op 14 december 2012.
“[…] Aannemer kan instemmen met de namen en opdrachtverslagen blad 01 t/m 04 d.d. 28 juni 2012. […]”.
“geen fabricaat SAB maar gelijkwaardig Brucha o.d.”. Op 2 juli 2012 heeft Leemrijse een nieuwe offerte uitgebracht (productie 6 van [geïntimeerde] ), waarin de omschrijving van de toe te passen gevelplaten op verzoek van Kollen Holding/Vorsselman is gewijzigd in
“geen fabricaat SAB, betrekken bij claddingpoint, zoals besproken”. Met die aanpassing wilde Vorsselman bewerkstelligen dat door Leemrijse alleen Brucha panelen zouden worden gebruikt, die in Nederland exclusief door het bedrijf Claddingpoint worden geleverd.
Na de bouwvergadering is er overleg geweest met de leverancier van de wandplaten i.v.m. oneffenheden in steenwol wandplaten. Begin volgende week zal er op de bouw worden besloten hoe we verder gaan en wat aanvaardbaar is. Dhr. [D] neemt a.s. maandag 5 november hierover contact op met dhr. [E] en Vorsselman.”
“de geconstateerde gebreken binnen de MDG tolerantie vallen en dat de geboden oplossing puur uit coulance is van de leverancier en Leemrijse en gezien de relatie met de architect wordt aangeboden”en doet zij een voorstel met een aantal opties. In een antwoordmail van [geïntimeerde] aan Leemrijse (met cc aan Vorsselman) d.d. 8 november 2012 staat onder meer het volgende:
Achterconstructie is hier en daar niet vlak genoeg (2 tot 3 mm verschil is met dit type panelen al fataal) dit had Leemrijse echter moeten melden maar heeft dit niet gedaan
De montage laat hier en daar te wensen over.
Het type paneel is voor deze toepassing zeer lastig te monteren en eigenlijk niet geschikt om aan een esthetisch hoogwaardige gevel te voldoen.
“[…] Tevens zijn wij later begonnen door oorzaken als fouten in beton en staalkonstruktie […]”.
Onderaannemer metaalconstructie Companjen […]
Onderaannemer wandplaten en goten Leemrijse […]
Leverancier wandpanelen Cladding Point […]
Ondergetekende [G] namens hoofdaannemer […]
Gemonteerde steenwolpanelen aan de voorgevel demonteren en afvoeren
Gemonteerde steenwolpanelen 1e gedeelte rechter zijgevel demonteren en afvoeren. (stramien 1A tot C)
In verband met de werking van de panelen extra verticale stalen kokers aanbrengen om de maximale overspanning van de nieuwe sandwichpanelen te reduceren. […]
Het leveren en monteren van nieuwe pur panelen zoals reeds gemonteerd op o.a. de achtergevel. […]
[…]
De onkosten van genoemde werkzaamheden zullen worden verdeeld onder de hoofdaannemer, leverancier beplating, onderaannemer beplating en onderaannemer staalconstructie.
Alle partijen incl. opdrachtgever en directievoerder schriftelijk instemmen met de voorgestelde werkwijze en daarmee ook aangeven dat genoemd voorstel zeer redelijk is gezien de situatie.
De opleverdatum en de daarmee samenhangende boeteclausule voor te late oplevering hiermee definitief vervalt.
Er uiterlijk 12-12-2012 een getekende overeenkomst is van deze wijziging […]
Overig geleverde en gemonteerde beplating van dit project geaccepteerd wordt zoals deze nu gemonteerd is. Overigens moeten hier natuurlijk nog wel een aantal zetwerken voor gemonteerd worden.
en [D] van Leemrijse om samen exact te bekijken en definitief vast te leggen welke punten redelijkerwijs aangepakt gaan worden en op welke wijze. Wij zullen echter alleen overeenstemming kunnen bereiken als definitief af wordt gezien van de boeteclausule. Mondeling heeft u hiermee ingestemd echter schriftelijk niet bevestigd. […]”.Verder stelt [geïntimeerde] achterstallige betalingen aan de orde.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
grief Ivoert Kollen Holding aan dat de rechtbank bij de vaststelling van het openstaande factuurbedrag ten onrechte eraan is voorbijgegaan dat sprake is van tussen partijen overeengekomen minderwerk ten bedrage van € 3.271,50 excl. BTW. Dit bedrag dient dan ook op het factuurbedrag in mindering te worden gebracht, aldus Kollen Holding. [geïntimeerde] heeft bij memorie van antwoord de juistheid van deze stelling van Kollen Holding erkend, zodat het desbetreffende bedrag aan minderwerk van het openstaande factuurbedrag moet worden afgetrokken. De grief slaagt derhalve.
grieven II, III, IV, V, VI, VIIen
IX.
grief VIIIklaagt Kollen Holding dat de rechtbank ten onrechte en ongemotiveerd haar (voorwaardelijke) schadevordering ten bedrage van € 117.580,- heeft afgewezen.
6.De slotsom
7.De beslissing
roldatum 24 januari 2017, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door het hof zullen worden vastgesteld;