ECLI:NL:GHARL:2016:10211
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ondercuratelestelling in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige, geboren in 1996. De vader van de betrokkene had in eerste aanleg verzocht om zijn zoon onder curatele te stellen, wat door de kantonrechter was toegewezen. Echter, de vader kwam in hoger beroep terug op zijn verzoek, stellende dat de curatele niet noodzakelijk was en dat zijn zoon in staat was om zijn eigen belangen te behartigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 november 2016 gaven zowel de vader als de betrokkene en zijn moeder aan dat zij na de eerdere beschikking tot inzicht waren gekomen dat de ondercuratelestelling niet nodig was. Het hof constateerde dat de vader onvoldoende bekend was met de verplichtingen van curatorschap en dat hij op advies van de school van zijn zoon had gehandeld zonder zich goed te verdiepen in de materie. Het hof oordeelde dat de vader de maatregel niet daadwerkelijk had gewild en dat er geen aanleiding was voor een ondercuratelestelling, gezien de zorg en begeleiding die de betrokkene thuis ontving. Het hof vernietigde de eerdere beschikking en wees het verzoek tot ondercuratelestelling af, met de bepaling dat deze uitspraak in het Centraal Curatele- en Bewindsregister zou worden ingeschreven.