In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 december 2016, gaat het om een verzoek van de vader om een omgangsregeling met zijn kind, dat in een complexe situatie verkeert. De vader, vertegenwoordigd door mr. J.E.A. van Beveren, heeft in hoger beroep een verzoek ingediend na een eerdere afwijzing door de rechtbank Gelderland. De moeder, vertegenwoordigd door mr. A.J.M. van Haaren, heeft zich verzet tegen dit verzoek. Het hof verwijst naar eerdere beslissingen en rapporten van de raad, die een onderzoek hebben ingesteld naar de mogelijkheden voor contact tussen de vader en het kind. De raad concludeert dat er momenteel geen mogelijkheden zijn voor een omgangsregeling, gezien de emotionele en gedragsproblemen van het kind, die voortkomen uit de hechtingsrelatie met de moeder. Het hof oordeelt dat het opleggen van een omgangsregeling in strijd zou zijn met de belangen van het kind, dat behoefte heeft aan een rustige thuissituatie zonder extra spanningen. Het hof bekrachtigt de eerdere beslissing van de rechtbank om het verzoek van de vader tot een omgangsregeling af te wijzen, maar legt wel een informatieplicht op aan de moeder. Deze informatieplicht houdt in dat de moeder de vader drie keer per jaar schriftelijk moet informeren over de schoolprestaties, gezondheid en hobby's van het kind. Tevens wordt er een dwangsomsanctie opgelegd aan de moeder voor het geval zij deze informatieplicht niet nakomt. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en de kosten van het geding worden gecompenseerd.