In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ontslag van een zoon als bewindvoerder van zijn moeder, rechthebbende. De kantonrechter had eerder, op 13 maart 2015, de zoon ambtshalve ontslagen als bewindvoerder zonder gewichtige redenen aan te geven. De zoon, die in hoger beroep ging, voerde aan dat er geen gewichtige redenen waren voor zijn ontslag. Hij had sinds het overlijden van zijn vader in 2004 de administratie voor zijn moeder verzorgd en was benoemd tot bewindvoerder in 2011. De kantonrechter had in 2014 een verzoek van de zoon om machtiging voor schenkingen afgewezen en hem opgedragen om te veel in rekening gebrachte bedragen terug te betalen. De zoon stelde dat hij niet goed op de hoogte was van de verplichtingen die het bewind met zich meebracht, maar inmiddels wel voldoende kennis had opgedaan.