ECLI:NL:GHARL:2015:9834
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- F.W.J. Meijer
- M.F.J.N. van Osch
- W. Duitemeijer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgeldigheid van een managementovereenkomst en het ontslag van een statutair bestuurder in kort geding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtsgeldigheid van een managementovereenkomst en het ontslag van een statutair bestuurder. De appellant, een besloten vennootschap, had in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, eveneens een besloten vennootschap, met betrekking tot de opzegging van de managementovereenkomst. De voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland had de vorderingen van de appellant afgewezen, waarna de appellant in hoger beroep ging.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellant samen met twee andere vennootschappen aandeelhouder was van de geïntimeerde en dat de managementovereenkomst was opgezegd door de andere aandeelhouders. De centrale vraag in het geding was of het ontslag van de appellant als statutair bestuurder onlosmakelijk verbonden was met de managementovereenkomst, en of deze overeenkomst zelfstandig kon worden opgezegd. Het hof oordeelde dat de redenering van de appellant niet opging en dat de managementovereenkomst door de meerderheid van de aandeelhouders kon worden opgezegd.
Het hof concludeerde dat er geen grond was voor de veronderstelling dat het ontslag van de appellant automatisch leidde tot de beëindiging van de managementovereenkomst. De appellant had niet overtuigend aangetoond dat de opzegging van de managementovereenkomst onterecht was. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelde de appellant in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van de statuten en aandeelhoudersovereenkomsten in de context van vennootschapsrechtelijke geschillen.