Uitspraak
de man,
1.[de vrouw],
de vrouw,
[de jongmeerderjarige1],
de verweerders.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kinderalimentatie en de gevolgen van de schuldsanering van de man. De man, verzoeker in hoger beroep, had verzocht om de kinderalimentatie voor zijn kinderen op nihil te stellen, met ingang van de datum waarop de wettelijke schuldsaneringsregeling op hem van toepassing werd verklaard, zijnde 24 september 2013. De vrouw en de jongmeerderjarige zijn in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen, maar hebben hiervan geen gebruik gemaakt. De mondelinge behandeling vond plaats op 10 oktober 2014, waarbij de man werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. J. Pieters.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de man en de vrouw zijn voormalige echtgenoten en hebben samen drie kinderen. De rechtbank Leeuwarden had eerder bepaald dat de man een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen diende te betalen. De man heeft echter zijn omstandigheden gewijzigd, waaronder het samenwonen met een nieuwe partner en het verkrijgen van vier kinderen met haar. Dit leidde tot de aanvraag van de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Het hof oordeelde dat de alimentatie voor de kinderen op nihil gesteld dient te worden zolang de schuldsaneringsregeling van toepassing is. Echter, het hof kon niet anticiperen op de situatie na de schuldsanering, omdat het onduidelijk was of de man dan in staat zou zijn om een inkomen te genereren. De beslissing van de rechtbank om de alimentatie voor de jongere kinderen op nihil te stellen werd bekrachtigd, terwijl de beslissing over de jongmeerderjarige werd vernietigd, maar het hof bepaalde dat ook voor hem de bijdrage op nihil gesteld werd voor de duur van de schuldsanering. Het hof wees het meer of anders verzochte af.