Uitspraak
[appellante],
de Harener Tegelhandel,
1.Het geding in eerste aanleg
4 december 2012 en 25 juni 2013 van de rechtbank Noord-Nederland, afdeling privaatrecht, locatie Assen (hierna: de kantonrechter).
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
[bedrijf 1] ., in september 2009 de bestaande vloer verwijderd en vloerverwarming laten aanbrengen door haar onderaannemer [bedrijf 2] . Vervolgens heeft de Harener Tegelhandel in november 2009 een nieuwe tegelvloer in de woning van [appellante] gelegd.
“Voor de tweede keer ontving ik een aanmaning inzake de betaling van de natuurstenen vloer die door uw bedrijf in ons huis is aangelegd. Het bevreemdt mij zeer dat u deze aanmaningen stuurt terwijl wij in overleg zijn over een redelijke afhandeling van
“Al met al is het een en al ellende met deze vloer waarvoor eigenlijk maar een oplossing is en dat is volledig opnieuw aanleggen.”Naar aanleiding van de door [appellante] geuite klachten heeft de Harener Tegelhandel de vloer in april en december 2010 samen met [bedrijf 2] . bekeken en onderzocht. Dit heeft niet geleid tot een voor [appellante] bevredigende oplossing.
“Met als uitgangspunt de beoordelingscriteria van STABU, geldt dat de vloer voldoet aan de grenzen van groep 2, met uitzondering van het maximale verschil gemeten over 2 m. (…) Bij het leggen van tegels dient het algemeen bekend uitgangspunt te zijn dat kleine smalle stroken voorkomen dienen te worden. Zowel in de hal als in de gang zijn zeer smalle stroken aanwezig.(…)
“Met behulp van een knikker is vastgesteld dat onder de tegels veel holle ruimte aanwezig is, met als extreem onder de tegels in de bijkeuken. (…)
“5.1 Bouwkundig
“De geconstateerde gebreken wijzen uit dat door HTH niet is voldaan aan de eisen die aan een vloer als deze op diverse punten mag worden geëist.De tegels zijn niet vol en zat in de lijm aangebracht. Duidelijk is dat de tegels in dotten zijn aangebracht en er is niet in buttering/floating gewerkt. Dit laatste werd bevestigd door [geïntimeerde] . De verwarmingsslangen zijn niet en/of onvoldoende in lijm of cement afgesmeerd. Door deze mankementen werkt de vloerverwarming onvoldoende.De tegels zijn persoonlijk door [appellante] bij [bedrijf 1] uitgezocht en de dikteverschillen, krommingen en kleurnuances zijn voor verantwoording van [appellante] .
“In het advies wordt slechts een hersteloptie gedaan voor de onjuiste aanbrengmethode (met dotten in plaats volgens buttering/floating en het alsnog aanbrengen van dilataties). Op deze hersteloptie wordt verderop in detail ingegaan. In de eis, zoals door [Y] aangegeven, van 1 cm vrije ruimte langs de wanden wordt niet voorzien. Tevens gaat [Y] in zijn advies geheel voorbij aan het feit, zoals ook door hem verwoord, dat HTH door eigen tekortkomingen niet voldaan heeft aan goed vakmanschap: zorgvuldig omgaan met beschadigde tegels, lichte tegels en passtroken.
4 oktober 2013 bij (niet overgelegde) brief als volgt geantwoord:
“Naar aanleiding van uw fax van 17 september 2013 heb ik gisteren een bespreking met cliënt gevoerd. Cliënt is bereid om de gebreken aan de vloer te herstellen, zoals hij ook al reeds eerder, onder meer tijdens de zitting in eerste aanleg, heeft aangeboden, door middel van het injecteren van de tegelvloer conform het expertiserapport van de heer [Y] . Cliënt is verder niet bereid om aan uw cliënte een schikkingsvoorstel te doen, inhoudende dat cliënt enig bedrag aan uw cliënte voldoet.
4.Het geschil en de beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft verder overwogen dat tussen partijen niet in geschil is dat er sprake is van een tekortkoming, maar dat een tekortkoming slechts recht geeft op schadevergoeding als de schuldenaar in verzuim is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat dat niet is komen vast te staan en heeft de vorderingen in conventie afgewezen.
5.Bespreking van de grieven
grieven 1 tot en met 3richten zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat de vorderingen van [appellante] moeten worden afgewezen omdat niet is komen vast te staan dat de Harener Tegelhandel in verzuim is komen te verkeren. Deze grieven lenen zich voor een gezamenlijke bespreking.
Het hof verwerpt dat standpunt. In die brieven en e-mails uit [appellante] haar klachten over de kwaliteit van de vloer en geeft zij aan tot een schikking te willen komen. Ook vraagt zij
de Harener Tegelhandel om met een voorstel te komen voor een oplossing. De brieven en
e-mails bevatten echter geen aanmaning en evenmin wordt daarin een termijn gesteld waarbinnen de Harener Tegelhandel alsnog moet nakomen.
De Harener Tegelhandel heeft naar aanleiding van genoemde brieven van [appellante] een onderzoek ingesteld naar de klachten, samen met [bedrijf 2] . Toen dit niet tot een voor [appellante] acceptabele oplossing leidde, heeft [appellante] evenmin een ingebrekestelling aan de Harener Tegelhandel gezonden.
heeft er in dat verband op gewezen dat partijen al sedert eind 2009 aan het corresponderen waren over het herstel van de vloer en heeft gesteld dat de Harener Tegelhandel in de zomer van 2011 heeft aangegeven niet meer tot herstel bereid te zijn.
De Harener Tegelhandel heeft reeds in eerste aanleg gemotiveerd betwist dat zij een dergelijke mededeling heeft gedaan.
Het hof vermag niet in te zien dat uit de houding van de Harener Tegelhandel zou voortvloeien dat een aanmaning geen zin had. De Harener Tegelhandel heeft immers reeds bij brief van 11 januari 2010 aangegeven bereid te zijn de klachten langs te lopen. Zij heeft vervolgens, samen met [bedrijf 2] onderzoek gedaan in december 2010, maar dat leidde niet tot een voor [appellante] acceptabele oplossing. Niet gesteld of gebleken is dat [appellante] in de maanden nadien iets van zich liet horen. Naar het oordeel van het hof kan in die omstandigheden aan het feit dat de Harener Tegelhandel in september 2011 aandrong op betaling van de openstaande nota’s, niet de conclusie worden verbonden dat de Harener Tegelhandel zou hebben medegedeeld niet meer tot nakoming bereid te zijn.
Volgens de Harener Tegelhandel is vervanging niet nodig en kan herstel plaatsvinden. In dat verband heeft hij verwezen naar het rapport van [Y] .
[adviesbureau] heeft in zijn aanvullende deskundigenrapport erkend dat de door [Y] voorgestelde herstelmethode theoretisch tot de mogelijkheden behoort, maar heeft aangegeven dat hij vanwege de daaraan verbonden risico’s en het feit dat de esthetische onvolkomenheden daarmee niet worden opgelost, blijft bij zijn advies om de hele vloer te vervangen.
De Harener Tegelhandel heeft aangegeven zich terdege bewust te zijn van het feit dat, mocht het door haar uit te voeren herstel niet tot een deugdelijk resultaat leiden, [appellante] haar alsnog kan aanspreken tot vervanging van de vloer conform het rapport [adviesbureau] .
Slaagt het door Harener Tegelhandel uit te voeren herstel wel, dan dienen de resterende onvolkomenheden zich te vertalen in een schadevergoeding, waarbij dan rekening zal moeten worden gehouden met het feit dat [appellante] het restant van de aanneemsom nog niet heeft voldaan.
Vervolgens zullen partijen zich bij akte uit dienen te laten over de vraag of het herstel geslaagd is en indien dat het geval is, over de vraag in wat voor schadevergoeding de dan nog resterende onvolkomenheden zich dienen te vertalen, rekening houdende met het feit dat [appellante] het restant van de aanneemsom nog niet heeft voldaan.
In het geval het herstel niet is geslaagd, dienen partijen zich nog( nader) uit te laten over de hoogte van de vervangende schadevergoeding.
stelt partijen – eerst [appellante] en vervolgens de Harener Tegelhandel – in de gelegenheid zich bij akte uit te laten over de in r.o. 5.14 geformuleerde vragen;