Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
6.De slotsom
€ 632,-(één punt x tarief I)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om de vraag of de kosten van een ingeschakeld particulier recherchebureau door de woningcorporatie Stichting Standvast Wonen voor vergoeding in aanmerking komen. De appellant, die in eerste aanleg gedaagde was, had een huurovereenkomst met Standvast voor een woning in Nijmegen. Standvast had in 2008 vermoedens dat de appellant de woning niet meer bewoonde, wat leidde tot een procedure voor ontbinding van de huurovereenkomst. In het hoger beroep werd de vraag gesteld of de kosten van het recherchebureau onder artikel 241 Rv vallen of onder artikel 6:96 BW. Het hof oordeelde dat de kosten niet onder artikel 241 Rv vallen, omdat deze kosten niet van processuele aard zijn, maar eerder als kosten voor het inschakelen van een externe deskundige moeten worden beschouwd. Het hof bevestigde de eerdere uitspraak van de kantonrechter, die de appellant had veroordeeld tot betaling van de onderzoekskosten aan Standvast. Het hof oordeelde dat Standvast voldoende reden had om het recherchebureau in te schakelen en dat de gemaakte kosten redelijk waren. De grieven van de appellant werden verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij de appellant ook werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.