Ter onderbouwing van haar stelling dat zij in een onevenwichtige toestand raakt bij erkenning, heeft de moeder onder meer naar het strafrechtelijke verleden van de man, zijn verslavingen, impulsiviteit en agressiviteit verwezen. De moeder heeft pagina's vol van afschriften/ screenprints van diverse chatgesprekken, sms-jes, e-mails en (andere) uitlatingen van de man op sociale media in het geding gebracht, waaruit blijkt dat de man de moeder (alsmede haar familieleden) in ernstige mate heeft bedreigd.
Bij de stukken bevindt zich tevens een verklaring van [F] , broer van de moeder, en zijn partner [G] d.d. 5 januari 2015, waarin zij een omschrijving geven van de door de man omstreeks juli 2014 jegens hen geuite bedreiging en van de gevoelens die dat bij hen heeft teweeggebracht, alsmede een verklaring van [H] , de vader van de moeder, d.d. 13 januari 2015 over de door hem waargenomen relatie tussen de moeder en de man en over de tegenover de familie geuite bedreigingen.
De moeder is gediagnosticeerd met chronische pijnsyndroom, door de reumatoloog geduid als fibromyalgie. Daarnaast speelt er een angststoornis en zijn er psychosociale stressoren.
Vast staat dat de moeder vanwege haar klachten, mede als gevolg van de aanhoudende bedreigingen van de man, onder behandeling staat van een psycholoog en een revalidatiearts.
Uit de door de moeder in het geding gebrachte medische verklaringen van respectievelijk haar huisarts, blijkend uit het afschrift van haar medische dossier d.d. 5 februari 2015, de Gz-psycholoog van [I] d.d. 19 februari 2015 en de aan [I] verbonden revalidatie arts d.d. 14 april 2015 blijkt dat de moeder op dit moment, mede door de onderhavige procedure omtrent de erkenning van [de minderjarige] door de man, veel psychische klachten heeft en dat ook haar lichamelijke klachten (fibromyalgie) door de stress toenemen. Zo wordt onder meer in genoemde verklaring van haar Gz-psycholoog van [I] benoemd dat haar angstige kern maakt dat de moeder met meer spanning reageert op vervelende gebeurtenissen dan gemiddeld, dat de rechtszaak en de bijkomende zorgen hieromtrent angstverhogend voor haar werken en dat een snelle afhandeling is gewenst, zodat de moeder zich kan richten op verdere behandeling en de opvoeding van haar dochter.