veroordeelt [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van beide instanties, tot aan de bestreden uitspraak aan de zijde van de Woonplaats wat betreft de eerste aanleg vastgesteld op € 214,13 voor verschotten en op € 600,- voor salaris overeenkomstig de Aanbeveling tarieven kort gedingen kantonzaken en handelszaken en tot aan deze uitspraak wat betreft het hoger beroep vastgesteld op € 809,13 voor verschotten en op € 2.682,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en – voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
veroordeelt [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de nakosten, begroot op € 131,-, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 68,- in geval [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf veertien dagen na aanschrijving én betekening;
verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. F.J. de Vries, I.A. Katz-Soeterboek en J.G.J. Rinkes, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 1 december 2015.