Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
24 november 2015
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 28 augustus 2014, waarin de WOZ-waarde van zijn onroerende zaak, een patio-rijwoning in Zwolle, werd vastgesteld. De heffingsambtenaar had de waarde van de woning per 1 januari 2012 vastgesteld op € 314.000, maar na bezwaar werd deze waarde verlaagd naar € 292.000. De rechtbank heeft de waarde verder verlaagd naar € 267.000, wat belanghebbende te hoog vond. In hoger beroep stelt belanghebbende dat de heffingsambtenaar niet bevoegd was om de WOZ-waarde vast te stellen en dat de waarde te hoog is vastgesteld. Het Hof oordeelt dat de heffingsambtenaar wel degelijk bevoegd was en dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. Het Hof volgt de argumenten van de heffingsambtenaar en concludeert dat de waarde van de onroerende zaak niet hoger is vastgesteld dan de waarde in het economische verkeer. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en het hoger beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard.