Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
5.Slotsom
€ 161,81
€ 400,29
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, gaat het om de vraag of de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) dekking biedt voor schade die is ontstaan door een auto-ongeval waarbij de appellant, als chauffeur van een Volkswagen Caddy, betrokken was. De appellant, die een AVP had afgesloten bij N.V. Univé Schade, werd aangesproken door de bestuurder van een andere auto, die ernstig letsel had opgelopen. De appellant vorderde een verklaring voor recht dat zijn schade gedekt was onder de AVP, ondanks het feit dat de Volkswagen Caddy niet verzekerd was onder de WAM-verzekering, omdat de werkgever van de appellant als gemoedsbezwaarde vrijgesteld was van deze verzekeringsplicht.
Het hof oordeelde dat de AVP dekking biedt voor de schade, indien de aansprakelijkheid van de appellant zou komen vast te staan. Het hof hanteerde het Haviltex-criterium, waarbij niet alleen de taalkundige betekenis van de polisvoorwaarden van belang is, maar ook de redelijke verwachtingen van partijen. De onderstreepte zin in de polis, die stelde dat niet verzekerde schade aan een natuurlijk persoon wel gedekt is, werd door het hof als onduidelijk beoordeeld. Het hof concludeerde dat de voor de appellant gunstigste uitleg van de polisvoorwaarden prevaleert, en dat de AVP in dit geval dekking biedt voor de schade die de appellant zou kunnen worden aangesproken.
Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank Arnhem en verklaarde voor recht dat Univé gehouden is dekking te verlenen voor de schade die voortvloeit uit het ongeval, tot een maximum van € 1 miljoen. Tevens werd Univé veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.