ECLI:NL:GHARL:2015:8656

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 november 2015
Publicatiedatum
17 november 2015
Zaaknummer
21-003555-14
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake diefstal van een regenpijp

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen, waarbij de verdachte werd veroordeeld voor diefstal. De verdachte, geboren in 1991 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, heeft in de nacht van 9 op 10 maart 2011 samen met een ander een koperen regenpijp weggenomen in Exloo, gemeente Borger-Odoorn. De advocaat-generaal heeft vrijspraak gevorderd voor het eerste tenlastegelegde feit, maar veroordeling voor het tweede feit, met een taakstraf van dertig uren. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet schuldig is aan het eerste feit, maar wel aan het tweede feit van diefstal door twee of meer verenigde personen. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat meeweegt in de strafoplegging. Gezien de omstandigheden, waaronder het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats, heeft het hof besloten om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één week op te leggen. Daarnaast is de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie gelast voor een gedeelte van twee weken. De beslissing is genomen op 13 november 2015, waarbij het hof de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht heeft toegepast.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003555-14
Uitspraak d.d.: 13 november 2015
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 17 december 2012 met parketnummer 18-051527-12 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 19-700167-09, in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991,
in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven op het adres [adres], doch feitelijk zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 30 oktober 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vrijspraak van feit 1 en tot veroordeling van verdachte wegens het onder 2 ten laste gelegde feit tot een taakstraf voor de duur van dertig uren, subsidiair vijftien dagen hechtenis. De advocaat-generaal heeft voorts toewijzing tot de vordering tenuitvoerlegging gevorderd en tot omzetting van 1 maand jeugddetentie in een taakstraf voor de duur van zestig uren, subsidiair dertig dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. J.W.E. Luiten, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1:
hij in of omstreeks de nacht van 9 maart 2011 op 10 maart 2011, te Musselkanaal, gemeente Stadskanaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een zonnewijzer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
2:
hij in of omstreeks de nacht van 9 maart 2011 op 10 maart 2011, te Exloo, gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een regenpijp, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Gemeente Borger-Odoorn, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2:
hij in de nacht van 9 maart 2011 op 10 maart 2011, te Exloo, gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een regenpijp, toebehorende aan de Gemeente Borger-Odoorn.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich samen met een ander in de nacht van 9 op 10 maart 2011 schuldig gemaakt aan diefstal van een koperen regenpijp. Verdachtes mededader heeft verklaard dat verdachte en hij rondreden op zoek naar koper. Dit is een ergerlijke vorm van criminaliteit die veel hinder en schade oplevert. Verdachte heeft door zijn handelen inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van de gemeente Borger-Odoorn.
Uit een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 2 oktober 2015 blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de door de advocaat-generaal gevorderde taakstraf in beginsel een passende bestraffing is. Van verdachte is echter geen vaste woon- of verblijfplaats bekend, zodat oplegging van die straf niet tot de mogelijkheden behoort. Het hof zal daarom, mede gelet op de ouderdom van de zaak, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van - in vergelijking met wat gangbaar voor een dergelijk feit wordt opgelegd - na te melden geringe duur opleggen.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland van 4 november 2009 opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van een maand, parketnummer 19-700167-09. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat deze straf wordt omgezet in een taakstraf voor de duur van zestig dagen, subsidiair dertig dagen hechtenis.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. Het hof ziet in de ouderdom van de zaak aanleiding om dat slechts voor een gedeelte van die straf te doen.
Het hof zal daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk jeugddetentie gelasten voor een gedeelte van twee weken.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 14h, 14i, 14j, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) week.

Gelast de tenuitvoerlegging van een gedeelte van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland van 4 november 2009, parketnummer 19-700167-09, te weten van:
jeugddetentievoor de duur van
2 (twee) weken.
Aldus gewezen door
mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter,
mr. J.J. Beswerda en mr. L.T. Wemes, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. Meester, griffier,
en op 13 november 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.A.A.M. van Veen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.