Uitspraak
1.[de vader] ,
1.Het geding in eerste aanleg
Het geding in hoger beroep
mr. Jongsma met bijlage (het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het gezag van de moeder over haar drie minderjarige kinderen. De moeder was eerder door de rechtbank Noord-Nederland ontheven van het gezag over de kinderen, die sinds 2008 onder toezicht stonden van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI). De moeder heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking, waarin zij verzoekt om de raad niet ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot ontheffing van het gezag.
De rechtbank had op 29 april 2015 geoordeeld dat de moeder ongeschikt was om voor de kinderen te zorgen, en de GI tot voogd benoemd. In het hoger beroep heeft de moeder betoogd dat zij in staat is om voor haar kinderen te zorgen en dat de beslissing van de rechtbank niet op voldoende actuele informatie is gebaseerd. De raad en de GI hebben de stellingen van de moeder bestreden en verzocht om bekrachtiging van de eerdere beschikking.
Het hof heeft de argumenten van de moeder, de raad en de GI zorgvuldig gewogen. Het hof concludeert dat de moeder niet in staat is om de benodigde stabiliteit en veiligheid te bieden aan de kinderen, die in het verleden getuige zijn geweest van huiselijk geweld en andere problematische situaties. De ontheffing van het gezag is in het belang van de kinderen, omdat het hen rust en duidelijkheid biedt over hun toekomst. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en benadrukt dat de moeder, ondanks de ontheffing, betrokken kan blijven bij belangrijke beslissingen omtrent de opvoeding van haar kinderen.