Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
4.Slotsom
€ 350,--(twee punten x tarief € 175,--)
€ 291,--
€ 632,--(één punt x tarief I)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter van 5 juni 2012, waarin [appellant] werd veroordeeld tot betaling van huurtermijnen aan [geïntimeerde]. [Appellant] heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij alle huurtermijnen heeft voldaan en dat hij in een verslechterde bewijspositie is geraakt door onrechtmatig handelen van [geïntimeerde]. Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] zonder medeweten van [appellant] de gehuurde ruimte heeft geleegd en alle aan [appellant] toebehorende zaken op straat heeft gezet, waardoor [appellant] niet in staat was om zijn bewijs te leveren. Het hof overweegt dat de bewijslast in beginsel op [appellant] rust, maar dat gezien de omstandigheden de bewijslast op [geïntimeerde] moet worden gelegd, terwijl het bewijsrisico op [appellant] blijft rusten. Het hof concludeert dat [appellant] de gevorderde huurtermijnen heeft betaald, tenzij [geïntimeerde] tegenbewijs kan leveren, wat niet mogelijk is omdat zijn advocaat zich heeft onttrokken. De grieven van [appellant] slagen, en het hof vernietigt het bestreden vonnis, behoudens de veroordeling tot betaling van buitengerechtelijke kosten. Het hof veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties en verklaart het arrest uitvoerbaar bij voorraad voor zover het de buitengerechtelijke kosten betreft.