Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.Debeoordelingvandegrievenendevordering
“b. De eigendom van de geleverde goederen gaat pas op koper over nadat hij geheel heeft voldaan wat hij aan ons verschuldigd is in verband met levering van goederen, waaronder begrepen vorderingen ter zake van het tekortschieten in de nakoming van de betreffende overeenkomsten. Wij zijn gerechtigd om bij niet tijdige betaling geleverde goederen zonder nadere ingebrekestelling en rechterlijke tussenkomst terug te (doen) nemen. Koper is bevoegd de goederen waarop een eigendomsvoorbehoud rust, binnen het kader van zijn normale bedrijfsuitoefening te gebruiken. Hieronder is in dit verband echter niet begrepen het bezwaren van goederen met (zekerheids)rechten.”
(€ 15.249,79 excl. btw). Nijhuis heeft deze factuur betwist onder verwijzing naar haar brief aan de curator waarin staat: “waarde geleverde materialen, te verwerken € 2.594,83”. Dit bedrag heeft zij kennelijk zelf vastgesteld. Deze betwisting acht het hof onvoldoende tegenover de gedetailleerde onderbouwing van de kant van Astrimex en de kennis over (prijzen van) bouwmaterialen die bij Nijhuis mag worden verondersteld. Het – onweersproken gebleven - verweer ter zake van de over de vordering berekende btw gaat evenwel op. Daarom neemt het hof als vaststaand aan dat, mocht komen vast te staan dat Nijhuis ongerechtvaardigd is verrijkt, daarmee een bedrag van € 15.249,79 excl. btw is gemoeid.
6.De beslissing
roldatum 10 november 2015, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;