Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Meppel(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een geschil over de waarde van een onroerende zaak per de waardepeildatum, in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De belanghebbende, eigenaar van een hoekwoning in [A], heeft bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de gemeente Meppel vastgestelde waarde van € 199.000 voor het kalenderjaar 2014. De heffingsambtenaar had deze waarde vastgesteld op basis van een taxatie en een aantal vergelijkingsobjecten. De rechtbank Noord-Nederland heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in hoger beroep is gegaan.
Tijdens de zitting op 22 september 2015 heeft de belanghebbende zijn standpunt toegelicht, waarbij hij een lagere waarde van € 175.000 heeft bepleit, onderbouwd door een taxatierapport van taxateur/makelaar [D]. De heffingsambtenaar heeft zijn standpunt verdedigd door te verwijzen naar de verkoopprijzen van vergelijkingsobjecten in de buurt. Het Hof heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat de heffingsambtenaar voldoende bewijs heeft geleverd voor de door hem vastgestelde waarde.
Het Hof heeft geoordeeld dat de belanghebbende niet overtuigend heeft aangetoond dat de waarde te hoog is en dat de heffingsambtenaar zijn waarde aannemelijk heeft gemaakt door middel van een gedegen vergelijking met referentieobjecten. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en het hoger beroep van de belanghebbende is ongegrond verklaard. De proceskosten zijn niet toegewezen.