Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
in eerste aanleg: eiseres,
in eerste aanleg: gedaagde,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“3.6.1 Bij de beoordeling van deze klachten wordt het volgende vooropgesteld.
€ 3.537 aan griffierecht en op € 8.027,50 aan salaris advocaat (2,5 punten x tarief VIII) en voor het hoger beroep op € 76,71 aan explootkosten, € 4.961 aan griffierecht en op € 4.580 aan salaris advocaat (1 punt x tarief VIII). Voor het incident tot zekerheidsstelling rekent het hof geen proceskosten omdat [geïntimeerde] dit heeft ingetrokken nadat partijen dat incident hadden geschikt. De bij memorie van grieven ingestelde eis tot betaling door [geïntimeerde] van RMB 5.680 is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet te plaatsen en zal dan ook worden afgewezen.
5.De beslissing
a) tot betaling van € 1.973.721 vermeerderd met rente over dit bedrag vanaf 16 januari 2009 tot aan de dag van betaling;
c) tot betaling van RMB 143.447 aan proceskosten in hoger beroep, vermeerderd met rente vanaf 12 oktober 2010 tot aan de dag van betaling;