In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, gaat het om een geschil tussen een particulier, aangeduid als [appellant], en de Gemeente Dinkelland over ongerechtvaardigde verrijking en schadevergoeding. De zaak is ontstaan uit de sanering van vervuilde grond onder de [straatnaam], waarbij [appellant] kosten heeft gemaakt voor bodemonderzoek en sanering. De Gemeente heeft deze kosten betwist en stelt dat zij niet ongerechtvaardigd is verrijkt. Het hof heeft in een eerder tussenarrest geoordeeld dat de Gemeente ten koste van [appellant] ongerechtvaardigd is verrijkt, omdat [appellant] de sanering heeft uitgevoerd terwijl de Gemeente deze kosten had moeten maken bij een latere herinrichting van de [straatnaam].
In het vervolg van de procedure heeft [appellant] zijn kosten van € 196.254,63 gepresenteerd, waarvan hij een deel, ter waarde van € 64.371,52, op de Gemeente wil verhalen. De Gemeente heeft echter betwist dat zij ongerechtvaardigd is verrijkt en heeft de hoogte van de vordering van [appellant] betwist. Het hof heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het mogelijk is dat deskundigen moeten worden ingeschakeld om de schadeposten van [appellant] te analyseren.
Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten om de verschillende benaderingswijzen te bespreken en te onderzoeken of partijen tot een minnelijke oplossing kunnen komen. De comparitie zal plaatsvinden in het paleis van justitie in Arnhem. Verdere beslissingen zijn aangehouden, en het hof heeft de partijen verzocht om hun verhinderdagen op te geven voor de periode van november 2015 tot en met maart 2016. Het arrest is uitgesproken op 20 oktober 2015.