ECLI:NL:GHARL:2015:7492

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
6 oktober 2015
Publicatiedatum
7 oktober 2015
Zaaknummer
200.163.961/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Botsing van het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer in de context van stamboekregistratie en paardenpaspoorten

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, ging het om een conflict tussen de Vereniging Europees Arabisch Stamboek voor Shagya-paarden (EASP) en Groenned B.V. over de afgifte van paardenpaspoorten. De zaak ontstond na een diepgaand verschil van inzicht over de wijze waarop deze paspoorten moesten worden ingevuld, conform de richtlijnen van het Productschap Vee & Vlees. De feitelijk uitvoerder, Groenned, stelde dat zij een eigen verantwoordelijkheid had bij de afgifte van de paspoorten, terwijl het bestuur van het EASP hen beschuldigde van fraude en onrechtmatig handelen. De publicatie van deze beschuldigingen in het verenigingsblad en de notulen van de algemene ledenvergadering leidde tot een rechtszaak waarin Groenned c.s. rectificatie eisten.

De voorzieningenrechter in eerste aanleg oordeelde dat de uitlatingen van het EASP onrechtmatig waren en verbood hen om zich uit te laten over de fraude. Het hof bevestigde deze beslissing en oordeelde dat de goede naam van Groenned door de uitlatingen in het verenigingsblad en de notulen was aangetast. Het hof benadrukte de noodzaak van een zorgvuldige afweging tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. De beschuldigingen van fraude werden als zwaarwegend beschouwd, en het hof oordeelde dat Groenned c.s. recht hadden op rectificatie van de onterechte beschuldigingen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelde het EASP tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.163.961/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/17/137959 / KG ZA 14-307)
arrest in kort geding van de eerste kamer van 6 oktober 2015
in de zaak van

1. Vereniging Europees Arabisch Stamboek voor Shagya-paarden, Sportpaarden en Sportpony's,

gevestigd te Heerenveen,
hierna:
EASP,

2. [appellant 2] ,

wonende te [woonplaats] ,
hierna:
[appellant 2],
appellanten,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna gezamenlijk ook te noemen:
EASP c.s.,
advocaat: mr. J.P. Schrale-Oranje, kantoorhoudend te Roden, die ook heeft gepleit,
tegen

1.[geïntimeerde] ,

wonende te Donkerbroek,
hierna:
[geïntimeerde] ,
2. Groenned B.V.
gevestigd te Donkerbroek,
hierna:
Groenned,
geïntimeerden,
in eerste aanleg: eisers,
hierna gezamenlijk ook te noemen:
Groenned c.s.,
advocaat: mr. J.J.F. van de Voort, kantoorhoudend te Utrecht, die ook heeft gepleit.

1.Het geding in eerste aanleg

In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis van 17 december 2014 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure is als volgt:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 13 januari 2015, met grieven en producties,
- de memorie van antwoord,
- het gehouden pleidooi waarbij pleitnotities zijn overgelegd.
2.2
Na afloop van het pleidooi heeft het hof arrest bepaald.
2.3
De vordering van EASP c.s. luidt:
"1. Te vernietigen het vonnis d.d. 17 december 2014 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, onder zaak-/rolnummer C/17/137959 KG ZA 14-307 gewezen tussen EASP en [appellant 2] als gedaagden en Groenned en [geïntimeerde] als eisers, en opnieuw rechtdoende als volgt:
II. de door Groenned/ [geïntimeerde] gevorderde voorzieningen alsnog geheel af te wijzen;
III. MET VEROORDELING VAN Groenned/ [geïntimeerde] in de kosten van het geding vallende op beide instanties, alsmede in het nasalaris ad € 131,00 zonder en € 199,00 ingeval van betekening, alles (proceskosten in beide instanties en nasalaris) te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW inzoverre betaling binnen veertien dagen na betekening van het te dezen te wijzen arrest uitblijft."

3.De beoordeling

De feiten
3.1
Tegen de weergave van de vaststaande feiten in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.17 van genoemd vonnis van 17 december 2014 is geen grief ontwikkeld en ook anderszins is niet van bezwaren daartegen gebleken, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan. Deze feiten luiden als volgt.
3.2
[appellant 2] is voorzitter van het EASP. [geïntimeerde] is eigenaar/directeur van Groenned.
Daarnaast is zij lid van het EASP. [geïntimeerde] is gehuwd geweest met [X] (hierna
verder te noemen: [X] ).
3.3
Op 15 juli 2008 heeft [appellant 2] een bedrag van in totaal € 1.150,00 in rekening
gebracht aan [X] . Deze rekening houdt verband met de dekking van twee merries
( [Y] en [Z] ) van [X] door een hengst ( [Q] ) van [appellant 2] . Op
8 december 2009 heeft [appellant 2] [X] herinnerd aan de factuur van 15 juli 2008.
3.4
Met ingang van 1 januari 2012 is Groenned ten behoeve van het EASP in het kader
van de stamboekregistratie administratieve handelingen met betrekking tot paarden en
paardeneigenaren gaan verrichten. Die handelingen betreffen onder meer het vervaardigen
van paardenpaspoorten. Daarnaast heeft Groenned de ledenadministratie en de financiële
administratie van het EASP op zich genomen. De basis van deze werkzaamheden wordt
gevormd door een op 22 mei 2012 tussen het EASP en Groenned gesloten samenwerkingsovereenkomst. In deze overeenkomst is aangegeven dat de uitvoering van de
werkzaamheden geschiedt onder verantwoordelijkheid van het bestuur van het EASP.
3.5
Bij besluit van 2 augustus 2012 heeft het Productschap Vee & Vlees (hierna verder
te noemen: het PVV) op grond van artikel 4 lid 1 van de Verordening erkenningsvoorwaarden voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting 2010 (hierna te noemen: de Verordening) aan het EASP met ingang van 1 juli 2012 voor een periode van vijf jaar een definitieve erkenning verleend voor het bijhouden van een stamboek conform het fokdoel voor sportpaarden en -pony’s met duidelijke herkenbare volbloedeigenschappen van de Shagya/Araber. In het besluit van 2 augustus 2012 is onder meer het volgende aangegeven:
"Documenten die onder deze erkenning worden uitgegeven dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
  • Bij het onderdeel 'ras' kan 'Shagya-kruising' worden ingevuld, aangezien het EASP gebruikskruisingen fokt. Desgewenst kan bij dit onderdeel niets worden ingevuld.
  • Eventueel kan hieraan het type Europees rijpaard met Shagya/Arabisch/Engels Volbloed of Europese rijpony met Shagya/Arabisch/Engels Volbloed worden toegevoegd, afgekort tot ERS of EPS bij het onderdeel stamboekklasse.”
In de aanhef van het besluit van 2 augustus 2012 is aangegeven:
"e-mail : [e-mail adres] ".
3.6
Vanaf medio 2012 hebben Groenned en het EASP gecorrespondeerd over, kort
gezegd, de wijze waarop Groenned haar werkzaamheden ten behoeve van het EASP
verricht. Zo is in de brief van 4 februari 2013 van Groenned aan het bestuur van het EASP
onder meer het volgende aangegeven:
"Onlangs is door u gemodereerd in de door Groenned vervaardigde paspoorten. In de rubrieken “ras" en “type” heeft u de door Groenned opgenomen gegevens doorgehaald. Vervolgens heeft u bij "ras" vermeld “ERS" in plaats van ofwel de voorgeschreven vermelding "Shagya-kruising" ofwel gebruik te maken van de optie om niets
te vermelden. Bij “type” heeft u vermeld "Sportpaard" in plaats van de voorgeschreven afkorting "ERS".
Naar de mening van Groenned voldoet het paspoort onder die omstandigheden niet aan de Verordening, hetgeen ook volgt uit de brief van de PVV d.d. 2 augustus 2012 (....). Groenned heeft u daar bij brief van 19 juli 2012 reeds op gewezen. Uit uw reactie d.d. 2 augustus 2012 blijkt echter dat u van mening bent niet in strijd te handelen met de Verordening en anderzijds dat de eindverantwoordelijkheid -ingeval wel in strijd zou worden
gehandeld met de Verordening- bij u als bestuur ligt en dat het niet aan Groenned is om daarin te treden. Graag verneem ik van u gemotiveerd op grond waarvan u van mening bent dat de door u aangebrachte doorhalingen en vervangende omschrijvingen in de paspoorten zijn toegestaan. Wellicht kunt u dat door de PVV schriftelijk laten bevestigen? Naar de mening van Groenned heeft zij namelijk een eigen verantwoordelijkheid bij de afgifte van
de paspoorten en kan zij geen medewerking verlenen aan het in omloop brengen van niet rechtsgeldige paspoorten. Groenned zal dan ook slechts paspoorten afgeven welke voldoen aan de Verordening.”
3.7
In reactie op de brief van 4 februari 2013 heeft het bestuur van het EASP in haar
vergadering van 5 februari 2013 aan Groenned een boete van € 250,00 opgelegd, onder de
overweging dat Groenned zich ter zake de afgifte van paardenpaspoorten niet houdt aan de
statuten en reglementen van het EASP.
3.8
Bij e-mail van 20 februari 2013 heeft [R] (hierna verder te noemen:
[R] ), lid van het EASP en voormalig eigenaresse van het paard [S] , [geïntimeerde] het
volgende laten weten:
"Uit navraag bij het bestuur blijkt dat de documenten niet in orde zijn bevonden omdat ze niet overeenkomstig de instructies van het bestuur zijn uitgevoerd. Bij deze stel ik jou (Groenned) en het EASP aansprakelijk voor het niet (tijdig) afgeven van de documenten waarover ik wettelijk dien te beschikken. Bovendien heb ik dit paard verkocht en kan het nu niet afgeleverd en vervoerd worden omdat ik niet over de vereiste documenten beschik.
Voor alle schade hieruit voortvloeiend stel ik jou (Groenned) aansprakelijk. Ik verwacht echter dat de documenten, goedgekeurd door het bestuur, per ommegaande zullen worden afgegeven.”
3.9
Bij e-mail van 21 februari 2013 heeft [geïntimeerde] de e-mail van 20 februari 2013 van
[R] doorgezonden aan [T] (hierna verder te noemen: [T] ), werkzaam bij
het PVV. In reactie hierop heeft [T] [geïntimeerde] bij e-mail van eveneens 21 februari 2013
het volgende laten weten:
"Voor alle duidelijkheid allereerst even artikel 6 lid 1 van de Verordening identificatie en registratie van paardachtigen (PVV) 2009; Het paspoort wordt door het bestuur van het PVV uitgegeven. Hiertoe gemandateerde erkende instellingen en hippische organisaties dragen namens het PVV-bestuur zorg voor de uitgifte van het paspoort. Kortom: Het PVV-bestuur is verantwoordelijk voor de paspoortuitgifte. Het EASP-bestuur heeft een uitvoerende verantwoordelijkheid, namens het PVV-bestuur mag zij paspoorten uitgeven.
Hierbij hoort natuurlijk dat zij handelt zoals het PVV-bestuur zou handelen. In brieven van (....) [P] is concreet aangegeven welke vermeldingen in het paspoort mogen worden opgenomen van EASP-geregistreerde paarden. Andere vermeldingen zijn niet correct. In het voorbeeld van paard [S] , is de geprinte vermelding conform de brief van (....) [P]; de met potlood voorgestelde vermeldingen zijn niet correct. Zoals het paspoort is gemaakt kan het dus als zodanig worden uitgegeven. De vermeldingen in het
paspoort die jij namens het EASP voorstelt om aan de paardenhouder te verzenden, stemmen overeen met de instructies ter zake van het PVV, de verantwoordelijke voor de paspoortenregelgeving.”
3.1
Bij e-mail van 22 februari 2013 heeft [appellant 2] , namens het bestuur van het EASP,
[geïntimeerde] het volgende meegedeeld:
"Tegelijkertijd wilde u de documenten t.w. het stamboekformulier en het paspoort van (..,.) [S] , eigenaar (....) [R] , aan mij overhandigen met het verzoek die bij (....) [R] af te geven. Uiteraard heb ik dit geweigerd omdat deze documenten niet de goedkeuring van het bestuur dragen en derhalve niet voorzien kunnen worden van de vereiste handtekening van de voorzitter (K. [appellant 2] ) en het EASP stamboek-logo. (....).
Voor de goede orde wijzen wij u er nogmaals nadrukkelijk op dat deze documenten zonder de vereiste handtekening en het stamboeklogo niet afgegeven kunnen worden. Mocht u desondanks toch persisteren en op eigen titel deze documenten namens het EASP met of zonder handtekening versturen dan zijn dit frauduleuze handelingen. Het bestuur zal dan overgaan tot de eerder aangekondigde aangifte.”
3.11
Bij brief van 26 februari 2013 heeft Groenned de samenwerkingsovereenkomst met
het EASP met onmiddellijke ingang opgezegd. In de brief is als reden voor de opzegging
aangegeven dat het EASP van Groenned verlangt documenten af te geven die niet voldoen
aan de van toepassing zijnde regelgeving.
3.12
In het in juni 2013 verschenen blad "Allround”, het verenigingsblad van het EASP,
is de volgende tekst opgenomen:
"Ongetwijfeld zult u gemerkt hebben dat het stamboeksecretariaat van Donkerbroek naar Boelenslaan is verhuisd. De reden is dat Groenned in strijd met de statuten en reglementen van ons stamboek handelt zoals wij het met elkaar hebben opgezet. Hierdoor waren we genoodzaakt om het secretariaat van Donkerbroek naar Boelenslaan te verhuizen. Daarnaast heeft Groenned ook de eigendommen van het EASP toegeëigend. Helaas is het. EASP nu gedwongen om die rechtens op te eisen. (....).
Het bestuur”
3.13
Bij brief van 21 oktober 2013 heeft het bestuur van het EASP [geïntimeerde] het
volgende laten weten:
"Het bestuur heeft in de bestuursvergadering van 15 oktober 2013 op basis van de gebeurtenissen in de afgelopen periode besloten u als lid van het EASP (…) te royeren. De onderstaande feiten hebben hiertoe aanleiding gegeven:
  • Opzegging van het samenwerkingscontract zonder daarbij de opzegtermijn in acht te nemen.
  • Frauduleus handelen.
  • Beslissingen nemen die onder de verantwoordelijkheid vallen van het bestuur.
  • Negeren van bestuursbesluiten en -opdrachten ondanks dat deze nadrukkelijk zijn verboden door het bestuur, zoals:
o Ze1fstandig contact opnemen namens het EASP met derden (....)
o Contact opnemen namens het EASP met het PVE/PVV”
3.14
In de notulen van de op 29 november 2013 gehouden algemene ledenvergadering is het volgende aangegeven:
"3. Ingekomen stukken en mededelingen
* Brief van het PVE aangaande registratie werkwijze wordt besproken. De PVE wil dat wij op onze paspoorten en stamboekpapieren als “Shagya-kruising" vermelden. Echter wij hebben in onze reglementen (Artikel 13-E staan dat wij ten allen tijde het (van toepassing zijnde) ras vermelden. Het standpunt van het bestuur richting het PVE is dan ook dat wij niet afwijken van onze (door het PVE goedgekeurde!) reglementen.
Vraag van het bestuur aan de vergadering: steunen jullie ons in dit standpunt?
De vergadering antwoordt met een volmondig JA en bevestigt dat het bestuur onverkort moet uitvoeren wat er in onze statuten en reglementen beschreven staat.
* Groenned/ [geïntimeerde] . Het bestuur geeft uitleg over de ontstane situatie in de week voorafgaande aan de hengstenkeuring van 2013. Kort samengevat was er een situatie ontstaan waarin Groenned in de persoon van (....) [geïntimeerde] opdrachten van het bestuur weigerde uit te voeren, zelf haar eigen interpretaties gaf aan de statuten en reglementen van het EASP en daardoor als het ware op de stoel van het bestuur ging zitten.”
3.15
Bij e-mail van 20 juni 2014 heeft het bestuur van het EASP de gemachtigde van
[geïntimeerde] laten weten dat het bestuur van het EASP vanwege procedurele onvolkomenheden
heeft besloten het royement van [geïntimeerde] per direct op te heffen.
3.16
Bij brief van 2 juli 2014 heeft de gemachtigde van [geïntimeerde] het bestuur van EASP
verzocht de volgende tekst op te nemen in het eerstvolgende nummer van "Allround":
“Het royement van (....) [geïntimeerde] is opgeheven nadat is gebleken dat haar ten onrechte verwijten zijn gemaakt.”
3.17
Aan dit verzoek heeft het bestuur van het EASP geen gehoor gegeven. In plaats
hiervan heeft [geïntimeerde] een betalingsherinnering ontvangen terzake de contributie voor het
lidmaatschap van het EASP. In reactie hierop heeft de gemachtigde van [geïntimeerde] het
bestuur van het EASP op 28 juli 2014 laten weten dat tot dagvaarden zal worden
overgegaan. In reactie hierop heeft [appellant 2] de gemachtigde van [geïntimeerde] bij e-mail van
29 juli 2014 het volgende laten weten:
"In dat geval behouden wij ons het recht voor om het PVE, het ministerie van ELI en de
stamboekoverlegorganisaties t.w. de Koepel en de Nevestam te rapporteren over de geconstateerde fraude.”
3.18
In zijn brief van 21 oktober 2014 heeft [appellant 2] [geïntimeerde] beticht van het in 2009
vervalsen van een dek-/geboortebewijs met betrekking tot (het veulen van) [Y] .
Verder heeft [appellant 2] [geïntimeerde] verzocht de aan [X] gerichte factuur van 15 juli 2008
binnen 14 dagen te voldoen. [appellant 2] heeft aan dit verzoek het volgende toegevoegd:
“Mocht u hieraan geen gevolg geven dan behoud ik mij het recht voor om zonder verdere aankondiging deze frauduleuze affaire in de publiciteit te brengen en zal ik tevens het PVE, het ministerie van ELI, de Koepelorganisatie en de Nevestam van uw fraudepraktijken op de hoogte brengen.”
Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
3.19
Groenned c.s. hebben (weergegeven in de bewoordingen van de voorzieningenrechter) in eerste aanleg gevorderd:
I. te gebieden dat het EASP en [appellant 2] zich onthouden van het doen dan wel laten
doen van uitlatingen, in woord, geschrift of anderszins, met als strekking dat
Groenned c.s. zich schuldig zouden hebben gemaakt aan het valselijk opstellen van
documenten, aan fraude of aan het op andere wijze onrechtmatig handelen jegens
het EASP en [appellant 2] ;
II. het EASP en [appellant 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een dwangsom
van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij na betekening van het te
wijzen vonnis nalaten aan het gevorderde onder I. te voldoen, tot een maximum van
€ 250.000,00;
III. het EASP te veroordelen om tijdens haar eerstvolgende algemene ledenvergadering
de navolgende mededeling te doen en deze te laten opnemen in de notulen:
"De aan het adres van Groenned B.V. en/of mevrouw [geïntimeerde] gemaakte
verwijten zoals onder meer geuit in Allround d.d. juni 2013 als ook tijdens de
algemene ledenvergadering van 29 november 2013 en/of 25 april 2014 zijn
onterecht en het royement van mevrouw [geïntimeerde] als lid van de vereniging is dan
ook opgeheven.";
IV. het EASP te veroordelen om in de eerstvolgende uitgave van "Allround” duidelijk
zichtbaar op te nemen:
"De aan het adres van Groenned B.V. en/of mevrouw [geïntimeerde] gemaakte
verwijten zoals onder meer geuit in Allround d.d. juni 2013 als ook tijdens de
algemene ledenvergadering van 29 november 2013 en/of 25 april 2014 zijn
onterecht en het royement van mevrouw [geïntimeerde] als lid van de vereniging is dan ook opgeheven.";
V. het EASP te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere
dag of gedeelte daarvan dat zij na betekening van het te wijzen vonnis nalaat aan het
gevorderde onder III en IV te voldoen, tot een maximum van € 250.000,00;
VI. het EASP en [appellant 2] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten, inclusief
nakosten.
3.2
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Groenned c.s. als volgt toegewezen:
"5.1 verbiedt het EASP om zich met onmiddellijke ingang na de betekening van dit vonnis tegenover derden uit te laten in die zin dat Groenned c.s. fraude hebben gepleegd ten
aanzien van het opmaken en afgeven van paspoorten voor EASP-paarden en EASP-pony’s;
5.2
veroordeelt EASP om aan Groenned of aan [geïntimeerde] een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 20.000.00 is bereikt;
5.3
verbiedt [appellant 2] om zich met onmiddellijke ingang na de betekening van dit vonnis tegenover derden uit te laten in die zin dat Groenned c.s. fraude hebben gepleegd ten
aanzien van het opmaken en afgeven van paspoorten voor EASP-paarden en EASP-pony’s;
5.4
veroordeelt [appellant 2] om aan Groenned of aan [geïntimeerde] een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.3 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 20.000.00 is bereikt;
5.5
veroordeelt het EASP om tijdens de eerstvolgende algemene ledenvergadering van
het EASP na betekening van dit vonnis de navolgende mededeling te doen en deze vervolgens duidelijk zichtbaar te laten opnemen in de notulen:
RECTIFICATIE INZAKE GROENNED B.V. EN [geïntimeerde] :
De aan het adres van Groenned B.V. gemaakte verwijten zoals geuit in “Allround” van juni
2013 zijn onterecht en het royement van [geïntimeerde] als lid van de vereniging is dan ook
opgeheven. Bij vonnis van 17 december 2014 heeft de voorzieningenrechter van de afdeling
privaatrecht van de rechtbank Noord-Nederland (locatie Leeuwarden) het EASP
veroordeeld tot het doen van deze mededeling en het opnemen van deze mededeling in de
notulen van deze algemene ledenvergadering”;
5.6
veroordeelt het EASP om in de eerstvolgende uitgave van “Allround” na
betekening van dit vonnis de navolgende mededeling duidelijk zichtbaar op te nemen:
“RECTIFICATIE INZAKE GROENNED B.V. EN [geïntimeerde] :
De aan het adres van Groenned B.V. gemaakte verwijten zoals geuit in “Allround” d.d. juni
2013 zijn onterecht en het royement van [geïntimeerde] als lid van de vereniging is dan ook
opgeheven. Bij vonnis van 17 december 2014 heeft de voorzieningenrechter van de afdeling
privaatrecht van de rechtbank Noord-Nederland (locatie Leeuwarden) het EASP veroordeeld tot het plaatsen van deze tekst”;
5.7
veroordeelt het EASP om aan Groenned of aan [geïntimeerde] een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.5 en/of 5.6 uitgesproeken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 20.000,- is bereikt;"
Verder zijn het EASP c.s. veroordeeld in de kosten van de procedure en is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De grieven
3.21
Grief 1komt er op neer dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat het EASP c.s. Groenned c.s. hebben beschuldigd van fraude met betrekking tot het opmaken van paardenpaspoorten (rechtsoverweging 4.4 van het vonnis van 17 december 2014). Volgens het EASP c.s. is er met Groenned c.s. discussie geweest over de wijze van invullen van de paspoorten. Groenned handelde bij de uitvoering van die werkzaamheden in strijd met de reglementen en statuten van het EASP, aldus het EASP c.s. Zij hebben benadrukt dat zij nimmer hebben aangegeven dat de vermelding van "Shagya-kruising" door Groenned in het paspoort als fraude dient te worden aangemerkt. Dat is ook niet vermeld in het blad "Allround" van juni 2013 en de notulen van de vergadering van 29 november 2013. De beschuldiging van fraude, zo hebben het EASP c.s. gesteld, heeft alleen betrekking op het vervalsen van het dekbewijs van de merrie [V] en het in samenhang daarmee afgeven van een paspoort voor het veulen [W] van de merrie [Y] . In de opvatting van het EASP c.s. dient een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen wat zij noemen de paspoortkwestie en de fraudekwestie.
Grief 2, waarmee het EASP c.s. opkomen tegen rechtsoverweging 4.6 van genoemd vonnis, waarin de rechtbank oordeelt dat de vordering van Groenned c.s. tot rectificatie van het bericht in "Allround" en de notulen van de vergadering van 29 november 2013 in aangepaste vorm zal worden toegewezen, borduurt voort op grief 1. Naast een gedeeltelijk herhaling van het in grief 1 naar voren gebrachte, hebben het EASP c.s. aangevoerd dat Groenned c.s. na een nauwkeurige herberekening door het EASP van het percentage Sha/ox in het bloed van de pony [U] , tegen de uitdrukkelijke opdracht van EASP in, hebben geweigerd de wijziging door te voeren en de pony op te nemen in het EPS-stamboek.
3.22
Het hof stelt vast dat partijen het door de voorzieningenrechter in rechtsoverweging 4.3 van het bestreden vonnis vooropgestelde uitgangspunt terecht niet hebben bestreden. Het gaat in deze zaak om een botsing van twee fundamentele rechten. Enerzijds het door artikel 10, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) gewaarborgde recht op vrijheid van meningsuiting van het EASP c.s. Dit recht kan ingevolge het tweede lid van dat artikel slechts beperkt worden indien een inbreuk op dat recht een wettelijke grondslag kent en in een democratische samenleving noodzakelijk is, in het belang van - bijvoorbeeld - de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen. Die wettelijke grondslag kan gevonden worden in artikel 6:162 BW, dat schadeplichtigheid in het leven roept voor het plegen van onrechtmatige daden. Het andere fundamentele recht betreft het door artikel 8 EVRM verzekerde recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, waartoe de eer en de goede naam worden gerekend. Het antwoord op de vraag welk van deze rechten in dit geval zwaarder weegt berust op een afweging van alle relevante omstandigheden (vgl. Hoge Raad 11 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1031 en Hoge Raad 24 juni 1983, ECLI:NL:HR:1983:AD2221)
3.23
Met de voorzieningenrechter moet worden vastgesteld dat tussen het EASP c.s. en Groenned c.s. een diepgaand verschil van mening bestaat over de wijze waarop destijds de paardenpaspoorten dienden te worden ingevuld. De oorzaak daarvan is gelegen in het feit dat de voorwaarden die het PVV in het besluit van 2 augustus 2012 heeft opgenomen ter zake van het invullen van de paspoorten niet in lijn zijn met artikel 13 aanhef en onder e van het "Stamboekreglement EASP". Waar het afgeven van de paspoorten een in mandaat van het PVV uitgevoerde taak is heeft Groenned in de persoon van [geïntimeerde] zich naar het oordeel van het hof met reden op het standpunt kunnen stellen dat de invulling van de paspoorten diende te geschieden met inachtneming van de voorwaarden van het PVV, ook al waren die voorwaarden niet in overeenstemming met het stamboekreglement. Als feitelijk uitvoerder van de door het PVV gemandateerde bevoegdheid had Groenned een eigen verantwoordelijkheid. Dat geldt evenzeer voor de (weigering van de) registratie van de pony [U] in het stamboek. Tegen die achtergrond is de publicatie in "Allround" van juni 2013 te eenzijdig. De goede naam van Groenned wordt daardoor in een verkeerd daglicht gesteld. Met betrekking tot de gewraakte passage in de notulen van 29 november 2013 geldt hetzelfde. De weergave van de gang van zaken en de rol van Groenned daarin is te eenzijdig weergegeven, waardoor de goede naam van Groenned is aangetast. Verder is de beschuldiging in "Allround" van juni 2013 dat Groenned zich ook eigendommen van het EASP heeft toegeëigend op geen enkele wijze onderbouwd. Derhalve moet worden geoordeeld dat EASP zich zowel in de publicatie in "Allround", als in de notulen onrechtmatig heeft uitgelaten over Groenned c.s. Dat klemt te meer, nu Groenned naar onweersproken is komen vast te staan, ook voor andere stamboeken de administratie verzorgt. Evenals de voorzieningenrechter is het hof dan ook van oordeel dat een rectificatie van de gewraakte uitlatingen een passende maatregel vormt om te komen tot herstel van de goede naam van Groenned c.s.
3.24
Daarnaast hebben EASP c.s. Groenned c.s. beschuldigd van fraude waar het betreft de afgifte van een dekbewijs voor de merrie [Y] door de gegevens van de merrie [V] in te vullen en een paspoort af te geven voor het veulen van [Y] , [W] .
Groenned c.s. hebben de fraude een en andermaal betwist en een verklaring gegeven voor de gang van zaken die niet op voorhand onaannemelijk is. Voor de reconstructie van de werkelijke gang van zaken is evenwel nader onderzoek nodig, onder meer in de vorm van bewijslevering, waarvoor in het kader van dit kort geding geen plaats is. Fraude is een zware beschuldiging en kan bij de beschuldigde, wanneer de beschuldiging onjuist blijkt te zijn, tot onherstelbare reputatieschade leiden. Hierbij speelt in dit geval tevens weer een rol dat Groenned c.s. de administratie voor verschillende stamboeken verzorgt. Nu allerminst vast staat dat Groenned c.s. fraude hebben gepleegd, dient ter voorkoming van onevenredig nadeel voor Groenned c.s. aan EASP c.s. een met een dwangsom versterkt verbod te worden opgelegd zoals door de voorzieningenrechter in zijn vonnis onder de punten 5.1 tot en met 5.4 is bepaald.
3.25
De grieven falen.
Slotsom
3.26
Nu de grieven falen dient het bestreden vonnis van 17 december 2014 te worden bekrachtigd.
EASP c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partijen hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van de procedure die aan de zijde van Groenned c.s. zijn gevallen en tot op heden worden begroot op € 311,- aan griffierecht en € 2.682,- (3 punten, tarief II, € 894,- per punt) aan geliquideerd salaris voor de advocaat.

4.Beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep in kort geding:
bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter van 17 december 2014;
veroordeelt EASP c.s. hoofdelijk, in die zin dat wanneer de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan de Groenned c.s. van de kosten van de procedure in hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de Groenned c.s. begroot op € 311,- aan griffierecht en € 2.682,- aan geliquideerd salaris voor de advocaat;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad, voor zover het betreft de veroordeling in de proceskosten;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.J.H. Hofstee, voorzitter, W. Breemhaar en W.Th. Braams en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 6 oktober 2015.