ECLI:NL:GHARL:2015:7452
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake opheffing van executoriale beslagen door ex-echtgenote tegen nieuwe echtgenote
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [geïntimeerde] tegen [appellante]. De achtergrond van het geschil ligt in de scheiding tussen [geïntimeerde] en [A], waarbij [geïntimeerde] executoriale derdenbeslagen heeft gelegd op de verzekeringen van [A] wegens alimentatieachterstanden en de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden. [A] is hertrouwd met [appellante], die op haar beurt ook executoriale beslagen heeft gelegd op dezelfde verzekeringen op basis van een verstekvonnis. [geïntimeerde] vordert in dit kort geding de opheffing van de beslagen die door [appellante] zijn gelegd, omdat zij van mening is dat deze beslagen onrechtmatig zijn en geen rechtsgrond hebben. De voorzieningenrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de vordering van [appellante] gefingeerd is en heeft de vordering van [geïntimeerde] toegewezen. In hoger beroep heeft het hof geoordeeld dat [geïntimeerde] in de gelegenheid moet worden gesteld om [A] als partij in het geding te roepen, zodat hij zich kan uitlaten over de vorderingen van [geïntimeerde]. Het hof heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling en de beslissing over de vorderingen van [geïntimeerde] uitgesteld tot na de memorie van [A].