Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing:
[naam jeugdige] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel van een jeugdige, geboren op de Nederlandse Antillen in 1996. De jeugdige verbleef in een forensisch centrum en had beroep aangetekend tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 30 maart 2015, die de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met twaalf maanden had verlengd. Het hof heeft de jeugdige, bijgestaan door zijn raadsman A.H. Westendorp en de advocaat-generaal, gehoord tijdens zittingen op 9 juli en 17 september 2015. Tijdens deze zittingen zijn ook deskundigen gehoord, waaronder een reclasseringswerker en een GZ-psycholoog.
Het hof heeft vastgesteld dat de PIJ-maatregel, ingevolge artikel 77s van het Wetboek van Strafrecht, voor drie jaar geldt en na twee jaar voorwaardelijk eindigt, tenzij deze wordt verlengd. De jeugdige had een ernstige gedragsstoornis en hechtingsstoornis, maar vertoonde verbeteringen door de geboden behandeling. De inrichting en de reclassering adviseerden om de maatregel met twaalf maanden te verlengen, omdat er onvoldoende tijd zou zijn voor een gefaseerde overgang naar de begeleiding door de reclassering bij een voorwaardelijke beëindiging.
Het hof oordeelde dat de rechtbank op juiste gronden had beslist en bevestigde de verlenging van de maatregel. Het hof benadrukte het belang van een tijdige aanvang van de voorwaardelijke beëindiging en de noodzaak van een gefaseerde aanpak voor een succesvolle resocialisatie van de jeugdige. De beslissing van het hof houdt in dat de maatregel, die op 23 maart 2012 inging, op 23 maart 2017 onvoorwaardelijk zal eindigen, behoudens verdere verlenging.