Uitspraak
1.hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 maart 2014 tot en met 4 juli 2014 te [plaats] en/of elders in Nederland,
2.hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 maart 2014 tot en met 4 juli 2014 te [plaats] en/of elders in Nederland,
3.hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 4 juli 2014 te [plaats] en/of elders in Nederland,
verklaring van aangeefster [slachtoffer 1]:
(het hof begrijpt: verdachte)en [medeverdachte]
(het hof begrijpt: medeverdachte [medeverdachte] )in [plaats] . Op 30 juni jl. was ik precies drie maanden in Nederland. [medeverdachte] heeft in Roemenië, in de plaats [plaats] , een huis laten bouwen. Mijn partner is afkomstig uit [plaats] en heeft in haar huis gewerkt. [medeverdachte] heeft aan mij gevraagd of ik naar Nederland wilde komen om extra geld te verdienen. Dit wilde ik. [medeverdachte] heeft er ook voor gezorgd dat mijn partner naar Nederland kon komen. [verdachte] heeft haar hiermee geholpen. [verdachte] is de partner van [medeverdachte] . De reiskosten van mijn partner bedroegen volgens [verdachte] 100 euro. Mijn partner is sinds twee weken hier in Nederland. Mijn partner en ik wonen van begin af aan bij [verdachte] en [medeverdachte] in. Ik slaap met mijn partner op de zolder op een matras. Hiervoor betalen wij 20 euro per nacht. Daarnaast moeten wij extra geld betalen wanneer [verdachte] ons naar een plek brengt waar wij kranten kunnen verkopen. Wij betalen hiervoor per rit 10 euro. Met de krantenverkoop verdien ik per dag tussen de 15 en 45 euro. Tussen 12.00 uur en 13.00 uur kwam [medeverdachte] altijd langs om geld op te halen. Ik bedoel daarmee het geld dat ik verdiend had met de krantenverkoop. Volgens [medeverdachte] had mijn partner een restschuld van 750 euro, want zij vond dat mijn partner in Roemenië zijn werk niet afgemaakt had. Hiermee bedoel ik zijn werkzaamheden aan het huis van [medeverdachte] . Mijn man heeft inderdaad aan de woning van [medeverdachte] gewerkt. Ik betaalde zijn schuld met het geld dat ik met de krantenverkoop verdiende. Wij worden in de gaten gehouden. Ik mag niet zelfstandig naar de wc, roken of iets anders doen. Mijn man is ook door [verdachte] geslagen. Hij had een dikke lip. Ik vroeg hoe dit gebeurd was en hij vertelde dat [verdachte] dit gedaan had. [medeverdachte] wilde dat ik mijn restschuld van 120 euro zo snel mogelijk ging betalen. Een maand geleden heeft [verdachte] mijn telefoon kapot gemaakt. Daarom heb ik helemaal geen contact meer met mijn kinderen en familie in Roemenië. Tevens hebben zij mijn ID-kaart afgepakt, zodat ik geen geld kan storten naar Roemenië. Ongeveer anderhalve maand geleden was ik bij de AH kranten aan het verkopen. Omstreeks 12.00 uur kwam [medeverdachte] naar mij toe om mijn opbrengst op te halen. Ik had toen 12 euro op zak. [medeverdachte] vond dit te weinig en pakte mij vast en vroeg waarom ik zo weinig verdiende. Hierna is [verdachte] op verzoek van [medeverdachte] naar de AH gekomen. Ik ben achterin de auto van [verdachte] gaan zitten. [verdachte] pakte een mes en wilde dit tegen mijn keel zetten. Ik wilde zodoende zo snel mogelijk mijn schulden afbetalen. Ik stemde in om in de prostitutie te gaan werken. De klant betaalde mij 75 euro. Hiervan gaf ik 50 euro aan [verdachte] om mijn schulden af te lossen. Ook moest ik [verdachte] 25 euro aan benzinekosten betalen, dus zelf kreeg ik niets. Klanten die [verdachte] kenden, betaalden [verdachte] het geld. Klanten die [verdachte] niet kenden, betaalden aan mij. [verdachte] was altijd in de buurt en wachtte mij op op een parkeerplaats. [verdachte] was in het begin alleen met mij toen wij naar de klanten gingen. Later kwam [medeverdachte] ook wel eens met ons mee. Ik heb in totaal twee tot drie weken in de prostitutie gewerkt. Toen [verdachte] vandaag aangehouden werd, schreeuwde hij dat ik mijn mond moest houden, anders zou hij mij wel pakken. [2]
verklaring van [slachtoffer 1] :
verklaring van [slachtoffer 1] :
verklaring van [slachtoffer 2] :
verklaring van [slachtoffer 2] :
verklaring van verdachte:
verklaring van verdachte:
verklaring van verdachte:
verklaring van verdachte:
verklaring van verdachte:
verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van de rechtbank Arnhem op 1 december 2014, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
verklaring van [medeverdachte] :
verklaring van [medeverdachte] :
verklaring van [medeverdachte] :
verklaring van [getuige] :
relaas van verbalisant:
relaas van verbalisant:
verklaring van [naam klant] :
uitdraai van e-mailwisselingentussen [e-mailadres klant] ( [naam klant] ) en [e-mailadres verdachte] , inhoudende -zakelijk weergegeven-:
relaas van verbalisanten:
relaas van verbalisant:
vertaling van het te horen gesprek in het bestand ‘ [bestandsnaam] ’, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
relaas van verbalisant:
- [slachtoffer 2] moest lange werkdagen maken (van 8.00 uur tot 18.00 uur) en mocht niet pauzeren.
- [slachtoffer 2] moest al het geld dat hij verdiende afstaan aan verdachte en medeverdachte.
- [slachtoffer 2] moest vergaande en vernederende controles ondergaan (waarbij [slachtoffer 2] zich zelfs moest uitkleden) om te voorkomen dat hij geen geld achterhield.
- Als [slachtoffer 2] niet deed wat hem werd gezegd, werd er geweld toegepast en werden er bedreigingen geuit door verdachte.
- [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] hadden in de woning van verdachte en medeverdachte gezamenlijk één matras en één kussen om op te slapen.
- [slachtoffer 2] kreeg slecht te eten en had zelf geen geld om eten te kopen.
- [slachtoffer 2] kon geen kant op. Hij had geen geld en door middel van het uiten van bedreigingen door verdachte werd getracht te voorkomen dat hij naar de politie ging.
- [slachtoffer 1] lange werkdagen zonder pauzes had.
- Zij nagenoeg al haar verdiende geld moest afstaan.
- Als zij te weinig verdiende zij bedreigd werd met geweld.
- Zij geïsoleerd werd; [slachtoffer 1] kende niemand in Nederland, sprak de Nederlandse taal niet en verdachte had de telefoon van [slachtoffer 1] stuk gemaakt zodat zij niet meer kon bellen met haar familie in Roemenië. Ook was haar identiteitskaart afgenomen.
- Op het moment dat zij een keer mocht bellen met haar man en er over klaagde dat ze vastgehouden werd, haar een ‘lesje werd geleerd’; ze werd door medeverdachte mishandeld en vastgebonden.
1.hij op één of meerderetijdstippen in of omstreeks de periode van 30 maart 2014 tot en met 4 juli 2014 te [plaats] en/of elders in Nederland,
of anderen, althans alleen,
door afpersing, misleidingdan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
geworven en/ofgehuisvest
en/of opgenomenen
/ofvervoerd
en/of overgebrachtmet het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1]
/of
/of
/of
/ofverdachte
(s
)mededader
(s)te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 1] , seksuele handelingen met
of vooreen derde tegen betaling
/isverdachte en
/ofdiens mededader
(s) (telkens
)
/ofschulden had en
/ofschulden kreeg)
die [slachtoffer 1] beloofd werk te regelen in Nederland en/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/ofhet vervoeren;
/often gevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en
/ofdiens mededader
(s)heeft kunnen bieden;
2.hij op één of meerderetijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 4 juli 2014 te [plaats] en/of elders in Nederland,
of anderen, althans alleen,
door afpersing, misleidingdan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
geworven en/ofgehuisvest en
/of opgenomen en/ofvervoerd
en/of overgebrachtmet het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2]
/of
/of
/isverdachte en
/ofdiens mededader
(s) (telkens
)
/ofschulden had en
/ofschulden kreeg)
die [slachtoffer 2] beloofd werk te regelen in Nederland en/of
/of
/of
/of
/of
/of
/ofbedreigd en
/of
/of
/ofhet vervoeren;
/often gevolge waarvan hij geen weerstand aan verdachte en
/ofdiens mededader
(s)heeft kunnen bieden.
- een personenauto [kenteken] Volkswagen Passat (kleur: grijs, svo p01) en
- een telefoontoestel Nokia S01.001
enbracht. Het hof vindt voldoende vaststaan dat de schade van [slachtoffer 1] (tenminste) € 450 is en zal ook dit bedrag toewijzen.
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
€ 7.050,= (zevenduizend vijftig euro) bestaande uit € 2.050,= (tweeduizend vijftig euro) materiële schade en € 5.000,= (vijfduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 7.050,= (zevenduizend vijftig euro) bestaande uit € 2.050,= (tweeduizend vijftig euro) materiële schade en € 5.000,= (vijfduizend euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
70 (zeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 740,= (zevenhonderdveertig euro) bestaande uit € 240,= (tweehonderdveertig euro) materiële schade en € 500,= (vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 740,= (zevenhonderdveertig euro) bestaande uit € 240,= (tweehonderdveertig euro) materiële schade en € 500,= (vijfhonderd euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.