In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die op 8 juli 2014 een beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende had een aanslag in de inkomstenbelasting en een aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet opgelegd gekregen, die verband hielden met illegale gokactiviteiten. De Inspecteur had de winst uit onderneming van belanghebbende vastgesteld op € 700.000, wat leidde tot de aanslagen. Belanghebbende stelde dat de Inspecteur ten onrechte geen rekening had gehouden met kosten die verband hielden met zijn illegale activiteiten. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur de correctie op de winst terecht had aangebracht, omdat kosten die verband houden met misdrijven niet aftrekbaar zijn. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan op 15 september 2015.