Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbenden)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Marum(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de erven [X] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de waarde van de onroerende zaak aan de [a-straat] 9 te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2012 is vastgesteld op € 260.000 door de heffingsambtenaar van de gemeente Marum. De belanghebbenden, de erven [X], zijn van mening dat deze waarde te hoog is en bepleiten een waarde van € 210.000. De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbenden ongegrond verklaard, waarna zij in hoger beroep zijn gegaan.
De heffingsambtenaar heeft de waarde gehandhaafd en in hoger beroep een nieuw taxatierapport overgelegd, dat grotendeels overeenkomt met het eerdere rapport. Tijdens de zitting op 22 juli 2015 zijn beide partijen gehoord. De belanghebbenden hebben argumenten aangevoerd over de staat van onderhoud, de kwaliteit en de ligging van de onroerende zaak, en stellen dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de onroerende zaak en de referentieobjecten.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar in zijn bewijsvoering is geslaagd. Het Hof concludeert dat de waarde van de onroerende zaak voldoende onderbouwd is en dat de heffingsambtenaar rekening heeft gehouden met de verschillen in kavelgrootte en andere relevante factoren. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.