Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant sub 1] ,
[appellante sub 2],
echtgenoten, en hun zoon
[appellant sub 3],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de verplichtingen van de Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs voor Zuidoost-Utrecht (CVO) ten aanzien van het aanbieden van onderwijs aan een zieke leerling, [appellant sub 3]. De ouders van [appellant sub 3] hebben in hoger beroep gesteld dat CVO toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de onderwijsovereenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld door onvoldoende voorzieningen te treffen voor hun zoon, die lijdt aan een ‘ontregeld autonoom zenuwstelsel’. Het hof heeft de feiten opnieuw vastgesteld en geconcludeerd dat CVO niet in gebreke is gebleven. Het hof oordeelt dat de school voldoende inspanningen heeft geleverd om [appellant sub 3] adequaat onderwijs te bieden, ondanks zijn gezondheidsproblemen. De ouders hebben diverse e-mails en gesprekken met de school gedocumenteerd, waarin zij hun zorgen over de situatie van hun zoon uiten. Het hof heeft vastgesteld dat de school in de aanvangsfase traag heeft gehandeld, maar dat er uiteindelijk wel afspraken zijn gemaakt voor begeleiding en ondersteuning. De ouders hebben ook contact gehad met externe begeleidingsdiensten, maar de school heeft niet structureel tekortgeschoten in haar verplichtingen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt de ouders in de kosten van het hoger beroep.