Uitspraak
1.[appellant 1] ,
[appellanten],
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerden],
1.Het geding in eerste aanleg
9 oktober 2014 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle
(de voorzieningenrechter).
2.Het geding in hoger beroep
15 mei 2015 te kennen gegeven dat de memorie van antwoord als schriftelijk pleidooi moet worden gezien. Op 26 mei 2015 hebben [appellanten] een pleitnota overgelegd. [geïntimeerden] hebben bij brief van 21 mei 2015 op het schriftelijk pleidooi van [appellanten] gereageerd. [appellanten] hebben het hof verzocht deze schriftelijke reactie buiten beschouwing te laten.
1. […] het vonnis van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel d.d.9 oktober 2014, waarvan in deze appèl, te vernietigen en alle vorderingen van geïntimeerden, oorspronkelijk eisers, alsnog integraal af te wijzen, althans geïntimeerden in hun vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren en voorts
3.De feiten
4.Het geschil in eerste aanleg en de beslissing van de voorzieningenrechter
5.De beoordeling in hoger beroep
grief 1bestrijden [appellanten] de aanwezigheid van een spoedeisend belang van [geïntimeerden] bij de gevraagde voorziening.
geen gebruik te maken van de parkeerplaatsen, welke niet in het verlengde en aansluitend zijn gelegen achter zijn woning” - aan de door [appellanten] verdedigde lezing in de weg. De notariële akte beperkt het aantal parkeerplaatsen op het terrein tot dertig, één achter elke woning.
grief 4richten [appellanten] zich tegen het oordeel van de voorzieningenrechter aangaande de proceskosten. Nu deze grief geen zelfstandige betekenis heeft, behoeft zij geen nadere bespreking.
6.De beslissing
21 juli 2015 in bijzijn van de griffier.