Aan alle overige verweren (dwaling, bedrog, misbruik van omstandigheden, onrechtmatige daad en de onaanvaardbaarheid van de inroeping van de borgtocht) legt [appellant] ten grondslag dat Rabobank haar zorg- en informatieplicht jegens hem heeft geschonden. Vanwege grief III zal het hof de door [appellant] aangevoerde gronden (zie onder meer de memorie van grieven sub 6 en 7, mede in verband met de klacht van [appellant] van 18 juni 2014 tegen Rabobank; productie 21 bij memorie van grieven aan Rabobank) hierna, zakelijk samengevat, weergeven.
Rabobank heeft de aankoop van het park door Europarcs op 7 februari 2008 tegen een koopprijs van € 2,65 miljoen (zie productie 1 bij conclusie van antwoord) gefinancierd voor € 2,91 miljoen terwijl Europarcs slechts € 18.000 eigen middelen had ingebracht. Rabobank moest of had moeten weten dat een met slechts € 18.000 gekapitaliseerde onderneming nooit in staat zou zijn om de kosten van de bouw van 167 recreatiewoningen in de periode van 1 juli 2009 tot 30 juni 2013 voor € 11,05 miljoen en de leges van € 195.711 naast de rente en aflossing te dragen. Rabobank heeft Europarcs als medeschuldenaar verbonden voor een concernfinanciering van € 33,7 miljoen en daarvoor een eerste hypotheek gevestigd op het recreatiepark IJhorst van € 5 miljoen in de wetenschap dat Europarcs geen middelen had of zou krijgen om aan haar eigen rente- en aflossingsverplichtingen te voldoen.
Europarcs heeft op 27 februari 2008 het hele park met uitzondering van het recreatieterrein en het sportterrein aan [C] c.s. verkocht voor € 2,15 miljoen (zie productie 3 bij conclusie van antwoord). Rabobank heeft erin toegestemd dat van de koopprijs € 1,4 miljoen werd benut om een schuld van een andere concernvennootschap ([.....]) te voldoen en dat € 750.000 schuldig werd gebleven (zie productie 4 bij conclusie van antwoord), waardoor Rabobank achterbleef met een vordering op Europarcs van € 2,91 miljoen zonder toereikende hypothecaire zekerheid. Rabobank heeft toegestaan dat de vermogenspositie van Europarcs nog verder werd verzwakt doordat nu ook haar parkinkomsten wegvielen, hetgeen resulteerde in een negatief eigen vermogen per ultimo 2008 van € 141.794.
Rabobank was huisbankier van Europarcs, die van het begin af niet over de middelen heeft beschikt om haar verplichtingen na te komen uit de overeenkomsten met [B] en de aannemers [G] B.V. (verder: [G]), die op 29 mei 2009 failliet werd verklaard, respectievelijk [D], die van het werk is vertrokken.
In de jaarrekening van Europarcs over 2008 (productie 2 bij conclusie van antwoord) was ten onrechte onder de niet langer dan een jaar lopende vlottende activa een lening opgenomen van Europarcs aan koper [C] c.s. ad € 750.000 met een looptijd van acht jaar, met een zwakkere liquiditeitspositie als gevolg, en was ten onrechte de waarde van het aan Europarcs verblijvende recreatieterrein en sportterrein van € 500.000 opgehoogd naar € 1.372.124, een toename met € 872.124, nagenoeg gelijk aan het bedrag van de kortlopende schulden, dit om de balans op te poetsen.
De verkoopprijs € 40.000 exclusief btw per kavel in de overeenkomst van 21 februari 2009 (productie 6 bij conclusie van antwoord) bleek in de overeenkomst van 22 juni 2009 (overgelegd door [appellant] bij de pleidooien) verhoogd naar € 70.500 exclusief btw. Verder hebben de heren [H] van Europarcs onbevoegd namens Résidence IJhorst B.V. een beheer- en exploitatie-overeenkomst getekend.
Het in opdracht van Europarcs opgestelde taxatierapport van 24 juli 2009 (productie 12 bij conclusie van antwoord) waardeert de tien kavels met te bouwen woningen op een vrijwillige onderhandse verkoopwaarden van € 2,14 miljoen en een executiewaarde van € 1,8 miljoen, aanmerkelijk hoger dan de koopprijs van [B] van € 705.000 exclusief btw. Op een in opdracht van de verkoper tot stand gekomen taxatie mocht Rabobank niet afgaan.
Rabobank had belang bij een zo hoog mogelijke koopprijs per kavel en heeft daarvan geprofiteerd, zodat Europarcs in staat zou zijn om Rabobank af te lossen. Rabobank heeft ook geprofiteerd van de borgstellingen van [appellant] en de beide middellijke medeaandeelhouders voor een totaalbedrag van € 300.000.
[B] zat ten tijde van de financieringsaanvraag volledig klem aangezien er ten tijde van het faillissement van aannemer [G] al de nodige investeringen (€ 185.000) waren gedaan, [B] reeds een nieuwe overeenkomst d.d. 22 juni 2009 met Europarcs had afgesloten en geen enkele andere bank bereid was om [B] een financiering te verstrekken.
Rabobank wist dat Europarcs de overeenkomst met [B] nimmer zou kunnen nakomen, maar zij heeft door verstrekking van de financiering de indruk gewekt dat Europarcs een gezonde partij was.
Van al deze omstandigheden, die destijds aan haar bekend waren of redelijkerwijs hadden moeten zijn, en ook van de algemene aan borgtocht verbonden risico’s heeft Rabobank, in strijd met haar jegens [appellant] als borg betamende zorg- en informatieplicht, aan hem geen mededeling gedaan en hem daardoor misleid om daarmee haar eigen verhaalspositie te verbeteren, aldus [appellant]. Zou hem daarvan wel mededeling zijn gedaan, dan zou hij de financiering en zeker de borgtocht nooit zijn aangegaan.