Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen: 270625 / FTRK 14-1929)
hierna: [appellante],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
5 januari 2015 van mr. Van Straten.
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
maakt sinds 1 januari 2014 gebruik van budgetbeheer. Haar leefgeld bedraagt
€ 60,- per week.
Tot deze schuldenlast behoren een schuld aan Nederlandse Energie Maatschappij van
€ 1.159,38, schulden aan VGZ Zorgverzekeraar van in totaal € 2.026,05, een schuld aan SCW [woonplaats] van € 1.375,99 en een schuld aan de Belastingdienst Arnhem van € 40.510,-.
Blijkens de in hoger beroep namens [appellante] overgelegde stukken vloeit laatstgenoemde schuld voort uit ten onrechte door [appellante] ontvangen kinderopvangtoeslag over de jaren 2007 (terugvorderingsbesluit 31 oktober 2009: oorspronkelijk bedrag € 18.576,-, medio oktober 2014 € 8.548,-), 2008 (terugvorderingsbesluit 14 mei 2010: oorspronkelijk bedrag
€ 18.796,-, medio oktober 2014 € 14.287,-), 2009 (terugvorderingsbesluit 20 april 2011: oorspronkelijk bedrag € 18.699,-, medio oktober 2014 € 16.424,-) en 2011 (terugvorderings-besluit 16 mei 2013: oorspronkelijk bedrag € 8.710,-, medio oktober 2014 € 1.186,-).
Gelet op het bestaan van de daaruit voortvloeiende omvangrijke en verwijtbare belastingschuld is het hof van oordeel dat [appellante] niet kan worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.
4.De beslissing
10 november 2014.
15 januari 2015 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.