ECLI:NL:GHARL:2015:4823
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onverschuldigde betaling en phishing in civiele rechtszaak
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van drie appellanten tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De appellanten, een vennootschap onder firma en twee natuurlijke personen, waren in eerste aanleg veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 39.850,00 aan de geïntimeerde, die zich slachtoffer voelde van computerfraude (phishing). De geïntimeerde had op 16 oktober 2013 een bedrag van haar bankrekening zien verdwijnen, dat zonder haar toestemming was overgeboekt naar de rekening van de appellanten. De appellanten voerden aan dat er een mondelinge koopovereenkomst was gesloten met een onbekende koper, maar het hof oordeelde dat de appellanten onvoldoende bewijs hadden geleverd voor hun stelling dat de geïntimeerde bij de transactie betrokken was. Het hof bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin was geoordeeld dat de betaling onverschuldigd was gedaan en dat de appellanten geen recht hadden op het bedrag. De appellanten werden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die door de geïntimeerde waren gemaakt. Het hof concludeerde dat de grieven van de appellanten niet opgingen en dat de geïntimeerde recht had op terugbetaling van het bedrag, aangezien er geen geldige rechtsgrond voor de overboeking was.