ECLI:NL:GHARL:2015:4620

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 juni 2015
Publicatiedatum
24 juni 2015
Zaaknummer
200.121.136-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bekrachtiging van overeenkomsten en schijn van bekrachtiging in civiel recht

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 juni 2015, gaat het om de bekrachtiging van overeenkomsten die zijn aangegaan door een niet vertegenwoordigingsbevoegde persoon namens Renaissance Reizen B.V. De appellante, Renaissance Passages B.V., heeft in hoger beroep de afwijzing van haar vordering door de rechtbank aangevochten. Het hof heeft vastgesteld dat de overeenkomsten zijn gesloten door mevrouw [Y], die niet bevoegd was om namens Renaissance Reizen B.V. te handelen. Het hof heeft in een eerder tussenarrest geoordeeld dat de bekrachtiging van deze overeenkomsten kan plaatsvinden door stilzwijgend gedrag, zoals het niet protesteren tegen de ontvangen facturen.

Het hof heeft geconcludeerd dat Renaissance Reizen B.V. gedurende een lange periode facturen van Puzzle & Co heeft betaald zonder daartegen te protesteren. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er een schijn van bekrachtiging is gewekt, waarop Puzzle & Co gerechtvaardigd heeft vertrouwd. Het hof heeft de argumenten van Renaissance Passages over bedrog, misbruik van omstandigheden en onrechtmatige daad verworpen, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren.

De slotsom van het hof is dat de vordering van Renaissance Passages wordt afgewezen, en dat zij wordt veroordeeld in de proceskosten van Puzzle & Co. Het hof heeft de proceskostenveroordeling in eerste aanleg bekrachtigd en de kosten in hoger beroep begroot op € 1.862,- aan verschotten en € 1.737,- aan salaris voor de advocaat. Het arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.121.136/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 91013/ HA ZA 12-20)
arrest van de eerste kamer van 23 juni 2015
in de zaak van
Renaissance Passages B.V.,
gevestigd te Driebergen-Rijsenburg,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
Renaissance Passages,
advocaat: mr. B.F.H.M. van den Tempel, kantoorhoudend te De Bilt,
tegen
Puzzle & Co B.V.,
gevestigd te Emmen,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
Puzzle & Co,
advocaat: mr. A.J.A. [X], kantoorhoudend te Almere.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 20 januari 2015 hier over.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Renaissance Passages heeft een nadere memorie genomen. Tegen Puzzle & Co is ambtshalve akte verleend van het niet dienen van antwoordmemorie. Vervolgens zijn door Renaissance Passages aanvullende stukken gefourneerd voor het wijzen van arrest en heeft het hof arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1
In het arrest van 20 januari 2015 heeft het hof geoordeeld dat de overeenkomsten die zijn aangegaan met Puzzle & Co handelend onder de naam Kijk- en Leesservice Holland en Easy Com namens Renaissance Reizen B.V. zijn gesloten door de niet vertegenwoordigingsbevoegde mevrouw [Y]. Voorts heeft het hof overwogen dat Renaissance Passages nog gelegenheid krijgt te reageren op de resterende verweren van Puzzle & Co, zoals opgesomd in r.o. 2.4 van genoemd tussenarrest. Daartoe heeft het hof de zaak voor het nemen van een nadere memorie door Renaissance Passages naar de rol verwezen en daarbij aangegeven dat Puzzle & Co gelegenheid krijgt daarop bij antwoordmemorie te reageren. Renaissance Passages heeft een nadere memorie genomen, door Puzzle & Co is geen antwoordmemorie genomen.
2.2
De hiervoor bedoelde resterende verweren van Puzzle & Co houden onder meer in een beroep op bekrachtiging van de onbevoegd aangegane overeenkomsten. In de door haar genomen nadere memorie heeft Renaissance Passages ten aanzien van dit verweer, samengevat, het volgende aangevoerd. Mevrouw [X] was enig aandeelhouder en bestuurder van Renaissance Reizen B.V. Omdat mevrouw [X] zich geconfronteerd heeft gezien met het overlijden van haar echtgenoot, die voor zijn overlijden werkzaam was in de onderneming, is tijdelijk de boekhouding geautomatiseerd en werd die door [X] alleen achteraf gecontroleerd bij het opstellen van de jaarcijfers. In dit geval werden de cijfers van 2006 en 2007 medio maart 2008 gecontroleerd en toen pas zag [X] de betalingen die [Y], in strijd met haar bevoegdheid, aan Puzzle & Co had gedaan.
[X] heeft direct na ontdekking van de betalingen aan Puzzle & Co contact opgenomen met haar rechtsbijstandsverzekeraar, die vervolgens Puzzle & Co heeft aangeschreven. Er is geen enkel contact geweest tussen Puzzle & Co en een bevoegd persoon binnen Renaissance Reizen B.V. Er is geen sprake van door Renaissance Reizen B.V. gewekt gerechtvaardigd vertrouwen aan de zijde van Puzzle & Co.
2.3
Zoals het hof in het tussenarrest van 20 januari 2015 heeft overwogen, is bekrachtiging (artikel 3:69 BW) een eenzijdige rechtshandeling van de pseudo-gevolmachtigde (in dit geval: Renaissance Reizen B.V.) gericht tot de wederpartij (in dit geval: Puzzle & Co). Bekrachtiging is niet aan een bepaalde vorm gebonden en kan gelegen zijn in verklaringen en gedragingen (artikel 3: 33, 35 en 37 BW). Bekrachtiging kan stilzwijgend geschieden en worden afgeleid uit het stilzitten, niet reageren of niet protesteren van degene die bevoegd is tot bekrachtiging. Voorts kan er sprake zijn van een gewekte schijn van bekrachtiging waarop een derde mag vertrouwen; vgl. HR 12 januari 2001, ECLI:Nl:HR:2001:AA9429,
NJ 2001, 157. Of een derde gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de schijn van bekrachtiging hangt af van vergelijkbare factoren als het antwoord op de vraag of gerechtvaardigd is vertrouwd op een schijn van volmacht.
2.4
In het onderhavige geval staat vast dat Renaissance Reizen B.V. schriftelijk (via de fax) overeenkomsten van Puzzle & Co heeft ontvangen (prod. 3 bij inleidende dagvaarding). Gesteld noch gebleken is dat daartegen door Renaissance Reizen B.V. is geprotesteerd. Voorts staat vast dat Renaissance Reizen B.V. van Puzzle & Co over de periode vanaf maart 2006 tot en met juni 2007 een zestal facturen heeft ontvangen (opgesomd onder 7 van de dagvaarding, minus de facturen opgesomd onder 14 van de dagvaarding). Gesteld noch gebleken is dat daartegen door Renaissance Reizen B.V. is geprotesteerd. In tegendeel: Renaissance Reizen B.V. heeft genoemde facturen over de periode maart 2006 tot en met augustus 2007 per bank betaald. In totaal betrof het negen betalingen (zie inleidende dagvaarding onder 8, mede gelet op het gestelde sub 14). Naar het oordeel van het hof mocht Puzzle & Co op grond van deze gang van zaken er gerechtvaardigd op vertrouwen (artikel 3:35 BW) dat Renaissance Reizen B.V. de advertentie-overeenkomsten bekrachtigde. Het betoog van Puzzle & Co dat al deze betalingen van Renaissance Reizen B.V. feitelijk het werk waren van de niet bevoegde medewerkster mevrouw [Y] en dat de wel bevoegde mevrouw [X] daar pas in 2008 achter kwam, doet daar niet aan af. Gesteld noch gebleken is immers dat Puzzle & Co dit wist of had moeten begrijpen. Naar verkeersopvattingen komt het voor risico van Renaissance Reizen B.V. dat zij haar organisatie zo had ingericht dat een niet bevoegde medewerker in staat was gedurende lange tijd een reeks van betalingen te verrichten en dat dit pas ongeveer anderhalf jaar na dato door de enige wel bevoegde persoon (de middellijke bestuurster van de B.V.) werd opgemerkt.
2.5
Voor zover Renaissance Passages (in de inleidende dagvaarding) haar vordering mede heeft gegrond op de leerstukken bedrog, misbruik van omstandigheden en onrechtmatige daad, is het hof van oordeel dat die grondslagen niet behoorlijk zijn onderbouwd en derhalve falen.

3.De slotsom

3.1
De grieven I, III en IV slagen slechts voor zover wordt geklaagd dat
Renaissance Passages niet-ontvankelijk is verklaard in haar vordering. Grief II faalt. Opnieuw recht doende, zal de vordering van Renaissance Passages worden afgewezen. Renaissance Passages is de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, terwijl bovendien door haar wijze van procederen een deel van de proceskosten onnodig is gemaakt. Het hof ziet in de omstandigheid dat Puzzle & Co in eerste aanleg haar verweer eerst beperkt heeft tot een voorlopig verweer inzake de vraag welke partij vorderingsgerechtigd is geen aanleiding een deel van de kosten voor haar rekening te laten komen. Deze tactiek, waartegen door Renaissance Passages niet is geprotesteerd, viel onder de gegeven omstandigheden te billijken.
3.2
Het hof zal dan ook de proceskostenveroordeling in eerste aanleg bekrachtigen en in hoger beroep Renaissance Passages veroordelen in de door Puzzle & Co gemaakte proceskosten. Deze worden tot heden begroot op € 1.862,- aan verschotten en overeenkomstig 1 ½ punt in tarief III aan geliquideerd salaris voor de advocaat.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt het vonnis van de voormalige rechtbank Assen d.d. 24 oktober 2012 ten aanzien van het dictum onder 1, en in zoverre opnieuw rechtdoende:
wijst de vordering van Renaissance Passages af;
bekrachtigt dit vonnis voor het overige;
veroordeelt Renaissance Passages in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die tot aan deze uitspraak aan de zijde van Puzzle & Co op € 1.862,- aan verschotten en € 1.737,- aan geliquideerd salaris voor de advocaat;
verklaart dit arrest wat betreft de daarin vervatte vernietiging en proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mr. L. Janse, mr. M.M.A. Wind en mr. I. Tubben en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 23 juni 2015.