Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 26 januari 2015, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1960, was in behandeling in een kliniek en had beroep aangetekend tegen de verlenging van zijn terbeschikkingstelling. Tijdens de zitting op 28 mei 2015 zijn zowel de terbeschikkinggestelde als zijn raadsvrouw, mr. A.L. Louwerse, en de advocaat-generaal, mr. A.H.J.M. Damen, gehoord. De raadsvrouw voerde aan dat de terbeschikkingstelling niet was opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht was tegen de onaantastbaarheid van het lichaam, en verzocht om de beslissing te vernietigen. Subsidiair vroeg zij om een verlenging van slechts één jaar, zodat er ruimte zou zijn voor onderzoek naar plaatsing in een vervolginstelling.
De advocaat-generaal daarentegen stelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat er geen sprake was van een gemaximeerde terbeschikkingstelling en dat de stoornis en het recidivegevaar nog steeds aanwezig waren. Hij concludeerde tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. Het hof oordeelde dat de rechtbank op goede gronden had beslist en bevestigde de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. Het hof verwees ook naar uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ter ondersteuning van zijn oordeel.