Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
hierna: [appellant],
Dop Heets Del B.V.,
hierna: DHD B.V.,
1.Het geding in eerste aanleg
22 januari 2015 dat de kantonrechter (rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Arnhem) tussen [appellant] als eiser en DHD B.V. als gedaagde in kort geding heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“(…)1.Aanvang, looptijdDeze arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd, te weten tot en met 31.12.2012, ingaande 1 april 2012.Indien de werkzaamheden na het verstrijken van de bepaalde tijd waarvoor de overeenkomst werd aangegaan of verlengd, stilzwijgend worden voortgezet, wordt de overeenkomst geacht te zijn verlengd voor een zelfde looptijd onder dezelfde voorwaarden als golden voor de verstreken periode.
3.Functie3.1 Werknemer zal krachtens deze overeenkomst werkzaam zijn als bedrijfsleider.(…)
4.Salaris, vakantietoeslag, variabele beloning
6.Beëindiging, opzegging
“(…)Ik stel voor dat we begin december weer contact hebben en dan een afspraak inplannen (bij voorkeur met [naam], maar als dat niet lukt toch maar zonder).(…)”
“(…)Hoe is het ermee. Ik begreep van [naam] dat [naam] wat taken over gaat nemen van [naam]. Hier is vanochtend een afspraak voor gemaakt op maandag 23 december om 11.00 uur.(…)Hopelijk kan [naam] er bij zijn, maar kan dat nu nog moeilijk inschatten.(…)”
“(…)Onderwerp:vakantie [naam](…)
aan Dop Heets del B.V. te betalen bedragen (zie bijlage).(…)
14 april 2014.
“(…)Naar aanleiding van het gesprek van gisteren stuur ik toch nog maar even de offerte van het schilderwerk toe (zie bijlage).
“(…)[naam](…) is bezig met mijn IB aangifte 2013. Hiervoor heeft zij mijn jaaropgave van Dop Heets Del B.V. over 2013 nodig. Deze heb ik nog niet mogen ontvangen. Kun jij me die sturen/mailen?(…)”
“(…)Ik had op onderstaande mail nog geen reactie mogen ontvangen. Wellicht via mijn oude mail maar die is niet meer in werking.(…)”
Ook verdere acties zouden door jullie gezet worden. Na bovenstaande heb ik niets meer van jullie vernomen. Ik heb geen voorstel overzicht/afrekening m.bt. overeenkomst lening en finale kwijting van mijn vast dienstverband van jullie ontvangen. Ik stel hierbij vast dat ik tot op heden nog volledig bij jullie in dienst [naam] maar derhalve volledige arbeidsongeschikt.(…)
en [naam](hof: de broer van [persoon 4])
een optie tot koop van de aandelen (incl. pand). Ook dit levert [de vennootschap] wederom een fors boekverlies op.
“(…)Bedankt voor de nu snelle reactie. Zou ik ook nog een reactie mogen ontvangen op mijn mails van vrijdag 12 september en dinsdag 23 september j.l.?Ook ik lees nu met verbazing jou mail. Inderdaad goed om op korte termijn een afspraak te plannen.(…)”
“(…)Ik moet overleggen met [naam]. (…)
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
29 oktober 2013 heeft plaatsgevonden, de balans opgemaakt en heeft DHD B.V. te kennen gegeven dat de arbeidsovereenkomst zou eindigen per 31 december 2013 en niet zou worden verlengd. Subsidiair heeft DHD B.V. aangevoerd dat voor het geval de arbeidsovereenkomst na 31 december 2012 (nog twee keer) stilzwijgend zou zijn verlengd, de
4.11 Tussen partijen staat vast dat de (eerste) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die gold voor de periode 1 april 2012 tot en met 31 december 2012, na 31 december 2012 is voortgezet. Zoals hiervoor in rechtsoverweging 4.5 is overwogen, heeft DHD B.V. zich erop beroepen dat er eind 2012 (een) gesprek(ken) heeft/hebben plaatsgevonden, waarin de arbeidsovereenkomst met een jaar is verlengd. Zoals hiervoor in rechtsoverweging 4.6 is overwogen, heeft [appellant] gemotiveerd betwist dat eind 2012 het/de in rechtsoverweging
4.5 vermelde gesprek(ken) met de door DHD B.V. gestelde inhoud heeft/hebben plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze betwisting heeft DHD B.V., hetgeen wel op haar weg had gelegen, niet nader onderbouwd omstreeks welke datum/data genoemd(e) gesprek(ken) dan wel heeft/hebben plaatsgevonden en evenmin op welke wijze in dit/deze gesprek/ken de duur van de verlenging van de arbeidsovereenkomst aan de orde is geweest. Uit de eigen stellingen van DHD B.V. kan worden afgeleid dat er kennelijk eind 2012 noch sprake was van een situatie zoals bedoeld in artikel 5.2 van de eerdergenoemde overeenkomst van 10 juli 2012 ([appellant] zou bij een positief resultaat kunnen deelnemen als aandeelhouder in DHD B.V. en zou statutair directeur worden), noch van een situatie zoals bedoeld in artikel 5.3 van deze overeenkomst (bij een negatief resultaat zou de samenwerking tussen partijen eindigen en zou de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigen en niet verlengd worden), aangezien partijen geen uitvoering hebben gegeven aan deze afspraken. Mede gelet op die omstandigheden faalt het beroep van DHD B.V. op de door haar gestelde “aannemelijkheid” van de - het hof begrijpt - automatische koppeling tussen de voortzetting van de commerciële samenwerking die betrekking had op de exploitatie van DHD B.V. (volgens DHD B.V. voor een jaar, hetgeen [appellant] gemotiveerd heeft betwist) en de verlenging van de arbeidsovereenkomst voor diezelfde duur. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat partijen een aparte overeenkomst die betrekking had op hun commerciële samenwerking en een aparte arbeidsovereenkomst hebben gesloten.
31 december 2012 stilzwijgend, voor dezelfde tijd, te weten voor negen maanden, is voortgezet, dus tot 1 oktober 2013.
4.11 en 4.12 is overwogen met betrekking tot de stilzwijgende voortzetting van de arbeidsovereenkomst in de periode 1 januari 2013 tot 1 oktober 2013, betekent dit naar het voorlopig oordeel van het hof dat op 1 oktober 2013, bij gebreke van tegenspraak, de arbeidsovereenkomst tussen partijen stilzwijgend is verlengd voor dezelfde tijd (negen maanden), dus tot 1 juli 2014. De grieven III en IV slagen. Grief V behoeft niet te worden behandeld.
1 oktober 2013 met een periode van negen maanden verlengde arbeidsovereenkomst met ingang van 1 juli 2014 van rechtswege is geëindigd. Grief VII faalt.
4.16 Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen is naar het voorlopig oordeel van het hof aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat DHD B.V. gehouden is het bruto loon ad € 1.477,80 bruto per maand aan [appellant] te betalen over de periode 1 januari 2014 tot
1 juli 2014 en de vakantietoeslag over 2013 en 2014 (tot 1 juli 2014). DHD B.V. heeft geen zelfstandig verweer tegen deze vorderingen gevoerd. Aangezien DHD B.V. met de tijdige betaling van het loon en de vakantietoeslag in gebreke is gebleven, zal het hof de door [appellant] gevorderde wettelijke verhoging over dit loon en de vakantietoeslag (gematigd) toewijzen tot 25%. De door [appellant] gevorderde wettelijke rente over het loon, de vakantietoeslag en de gematigde wettelijke verhoging zullen eveneens worden toegewezen en wel met ingang van de dag van de inleidende dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening, aangezien vooralsnog gesteld noch gebleken is dat [appellant] aanspraak heeft gemaakt op wettelijke rente met ingang van een eerdere datum. Grief VIII slaagt (gedeeltelijk).
5.De beslissing
1 juli 2014) te betalen;
5.3 vermelde bedragen vanaf de dag van de inleidende dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening te betalen;
€ 1.152,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;