ECLI:NL:GHARL:2015:4363
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van advocaten en hun maatschap in het kader van een overeenkomst van opdracht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om de vraag wie als contractspartij geldt in een overeenkomst van opdracht tussen een cliënt en een advocatenkantoor. De appellant, Kippersluis Holding B.V., had in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, die als advocaat optrad. De rechtbank Gelderland had de vordering afgewezen, omdat Kippersluis niet ontvankelijk was in haar vordering tegen de geïntimeerde. Kippersluis had de vordering gegrond op een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst van opdracht, maar de rechtbank oordeelde dat de opdracht niet aan de geïntimeerde, maar aan het advocatenkantoor was verstrekt. Kippersluis had de vordering ook gegrond op onrechtmatig handelen, maar de rechtbank oordeelde dat Kippersluis onvoldoende feiten had gesteld om deze grondslag te onderbouwen. In hoger beroep heeft het hof de feiten en het procesverloop in eerste aanleg in acht genomen en geconcludeerd dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat Kippersluis niet ontvankelijk was in haar vordering. Het hof heeft vastgesteld dat de cliënt, [persoon 1], zich tot het advocatenkantoor had gewend en niet expliciet had aangegeven dat zij met de geïntimeerde een overeenkomst wilde aangaan. Het hof heeft verder overwogen dat de aansprakelijkheid van de geïntimeerde niet kan worden gegrond op de artikelen 7:400, 7:404 of 7:407 lid 2 BW, omdat de geïntimeerde geen maat was van het advocatenkantoor en er geen contractuele relatie met hem was ontstaan. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en Kippersluis in de kosten van het hoger beroep veroordeeld.