ECLI:NL:GHARL:2015:3639
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige wegens onvoldoende ouderschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige1], geboren in 2013. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Noord, verzoekster in hoger beroep, had de kinderrechter verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van één jaar, ingaande 19 december 2014. De ouders, verweerders in hoger beroep, hebben dit verzoek bestreden. De mondelinge behandeling vond plaats op 9 april 2015, waarbij de ouders in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaat, en de pleegouders niet aanwezig waren.
Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 2 december 2014 vernietigd voor zover deze betrekking had op de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing. Het hof oordeelde dat de ouders onvoldoende ouderschap hebben aangetoond, ondanks eerdere hulpverlening en kansen die hen zijn geboden. De ouders hebben in een kliniek verbleven, waar een ouderschapsbeoordeling heeft plaatsgevonden, die concludeerde dat er sprake was van onvoldoende ouderschap. Het hof heeft het advies van de kliniek zwaar laten wegen en heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de machtiging tot uithuisplaatsing wordt verlengd.
De beslissing van het hof houdt in dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige1] in een voorziening voor pleegzorg met ingang van 19 december 2014 wordt verlengd voor de duur van één jaar, tot 19 december 2015. Het hof heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die de ouders zouden kunnen aanwenden.