Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: de vader,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
moeder, ingekomen op 20 maart 2015;
beroepschrift, ingekomen op 7 april 2015.
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing
De vader heeft in zijn verweerschrift in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep tevens aanvulling op zijn beroepschrift het hof verzocht een regeling ter verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, verder: de zorgregeling, vast te stellen, zoals in dat verweerschrift vermeld, één en ander op straffe van een dwangsom van € 2.500,- per dag, indien de moeder de zorgregeling niet nakomt en, in incidenteel hoger beroep, de moeder daarin niet-ontvankelijk te verklaren dan wel dat verzoek ongegrond te verklaren en het verzoek van de moeder om omgang tussen de kinderen en de vader te ontzeggen, af te wijzen.
schorsingvan de werking van de (dus reeds onvoorwaardelijk afgegeven) beschikking, waaraan wel voorwaarden kunnen worden verbonden.