Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere procesverloop in hoger beroep
2.De verdere beoordeling in hoger beroep
alleenmogelijk onvoldoende zijn voor het oordeel dat het door [appellant] geleverde bewijs is ontzenuwd. In dit geval verklaren echter zowel [geïntimeerde] als [getuige 4] dat [geïntimeerde] ten tijde hier van belang maar één kat had, [kat] genaamd. Deze [kat] zou te zien zijn op de foto die aan het proces-verbaal van 10 december 2013 is gehecht, zo verklaren [geïntimeerde], [getuige 4] én [getuige 5], waarbij het hof aantekent dat [getuige 5] (anders dan [getuige 4]) niet in een familierelatie staat tot [geïntimeerde]. Op grond van de eigen verklaring van [getuige 5] alsmede de door [geïntimeerde] overgelegde zorgovereenkomst van 8 februari 2007, waarin [getuige 5] is vermeld als de hulp van [geïntimeerde], acht het hof boven twijfel verheven dat [getuige 5] uit eigen wetenschap kan verklaren over het huishouden van [geïntimeerde] en de door hem ten tijde hier van belang gehouden huisdieren. Waar [geïntimeerde], [getuige 4] en [getuige 5] eenstemmig verklaren dat [kat] de enige kat van [geïntimeerde] was op 22 maart 2008, en [getuige 3], [getuige 2] en [getuige 1] eenstemmig verklaren dat zij de kat op de foto die aan het proces-verbaal van 10 december 2013 is gehecht (lees: [kat]) niet herkennen als zijnde de kat die [geïntimeerde] toebehoorde en die [appellant] op 22 maart 2008 heeft gebeten, rest het hof geen andere conclusie dan dat voor zover het bewijs reeds door [appellant] zou zijn geleverd, dit wordt ontzenuwd door de verklaringen van de door [geïntimeerde] voorgebrachte getuigen. De uiteenlopende verklaringen over wiens tuin te zien is op de de foto die is overgelegd tijdens de comparitie in eerste aanleg op 17 november 2010 dan wel over de vraag of [geïntimeerde] zijn kat aanlijnde, kunnen verder onbesproken blijven.