Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/kantoor Groningen(hierna: de Inspecteur).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de vraag of het bedrag aan loonheffing dat in de aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) 2006 is vermeld, mag worden verrekend met de door belanghebbende verschuldigde inkomstenbelasting. Daarnaast is in geschil of de opgelegde vergrijpboete terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd. De belanghebbende, een voormalig ondernemer, had een aanslag in de IB/PVV 2006 ontvangen, gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 52.277, met een vergrijpboete van € 14.194. Na bezwaar werd de boete verlaagd tot € 7.309. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag en boete verder verlaagd. Belanghebbende stelde dat de B.V. aangifte had gedaan voor de loonheffing, maar het Hof oordeelde dat hij als directeur verantwoordelijk was voor het niet afdragen van de loonheffing. Het Hof concludeerde dat de bewijslast voor de verrekening van de loonheffing bij belanghebbende lag en dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat de loonheffing daadwerkelijk was afgedragen. De vergrijpboete werd bevestigd, omdat belanghebbende opzettelijk onjuiste aangifte had gedaan. Het hoger beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard.