Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
26 juni 2013 en 22 januari 2014 die de kantonrechter (rechtbank Midden-Nederland, locatie Amersfoort) tussen Overvast als eisende partij en Formido als gedaagde partij heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
a) de huurprijs, welke Formido krachtens de schriftelijke overeenkomst van 25 november
aan de [straatnaam], zijnde de begane grond groot circa 1.335 m² en een inpandig
exclusief BTW, althans een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag, met ingang
van 27 maart 2013;
b) Formido zal veroordelen de verhoogde huurprijs met terugwerkende kracht aan Overvast
te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente, vanaf 27 maart 2013 tot aan de dag
van algehele voldoening;
c) Formido zal veroordelen in de kosten van beide instanties, waaronder aan de zijde van
Overvast gevallen kosten wegens het deskundigenadvies ad € 4.500,- en € 1.750,-,
derhalve in totaal € 6.250,-.
€ 116.731,31 (exclusief BTW) per jaar met ingang van 27 maart 2013:
a) de huurprijs van het pand aan de [straatnaam] te [plaatsnaam] per 27 maart 2013 nader zal
vaststellen op € 99.237,35 (exclusief BTW) per jaar, althans op een door het hof in goede
justitie te bepalen bedrag;
b) Overvast zal veroordelen aan Formido te betalen het verschil tussen de vanaf 27 maart
2013 werkelijk betaalde huur en de nader vastgestelde huur, te vermeerderen met de
wettelijke rente over het verschil vanaf de data dat de desbetreffende huurtermijnen zijn
betaald, althans vanaf de dag van haar memorie,
met veroordeling van Overvast in de kosten van het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep.
3.3. De vaststaande feiten
2.1 tot en met 2.6 van het bestreden vonnis.
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
31 december 2018. De geïndexeerde huurprijs, die partijen zijn overeengekomen, bedraagt met ingang van 1 januari 2013 € 112.241,64 exclusief BTW per jaar. In 2011 is tussen partijen discussie ontstaan over de hoogte van de huurprijs. Partijen hebben naar aanleiding daarvan het bedrijf [bedrijfsnaam] (hierna: [bedrijfsnaam]) verzocht “
de huurwaarde op jaarbasis conform artikel 7:303 BW” vast te stellen. Zij zijn daarbij overeengekomen dat het advies van [bedrijfsnaam] niet bindend zal zijn en dat zij de kosten daarvan gezamenlijk (ieder voor de helft) zullen dragen. Bij rapport van 23 mei 2012 heeft [bedrijfsnaam] geadviseerd de huurprijs met ingang van 1 maart 2012 vast te stellen op € 121.911,34 exclusief BTW (afgerond
€ 121.910,-) per jaar. Partijen hebben daarop tevergeefs getracht in onderling overleg een nieuwe huurprijs overeen te komen.
4.11 De conclusie uit het voorgaande is dat hof van oordeel is dat de huurprijs overeenkomstig het (aanvullende) advies van [bedrijfsnaam] op een bedrag van € 124.550,- per jaar exclusief BTW moet worden vastgesteld. De door Formido in het incidenteel hoger beroep opgeworpen vraag of bij de huurprijsvaststelling rekening moet worden gehouden met een indexeringspercentage van 3% in plaats van 4%, behoeft daarmee geen bespreking. De grieven 1 tot en met 5 in het principaal hoger beroep slagen. De grieven in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep falen. De hiervoor onder 2.2 onder a en b vermelde (hoofd)vorderingen zijn toewijsbaar. Als niet weersproken zal het hof ook de gevorderde wettelijke rente toewijzen zoals hierna vermeld.
4.14 Wat betreft het aanvullende advies van [bedrijfsnaam] is niet gebleken dat dit op verzoek van beide partijen gezamenlijk is opgesteld, zodat het niet kan worden aangemerkt als een advies in de zin van artikel 7:304 BW. De kosten voor het advies zijn geen proceskosten, maar kosten die Overvast voor eigen rekening en risico ter (nadere) onderbouwing van haar vordering heeft gemaakt. Het hiervoor onder 2.2 onder c gevorderde bedrag van € 1.750,- is op die grond niet toewijsbaar.
5.Slotsom
€ 112,-
€ 400,-(2 punten x 200,- per punt overeenkomstig de
€ 588,71 staffel salarissen in rolzaken kanton)
- explootkosten € 77,52
€ 704,-
€ 894,-(1 punt x tarief II)
- salaris advocaat € 447,- (50% van 1 punt x tarief II).
6.6. De beslissing
€ 894,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
veroordeelt Formido in de kosten van het incidenteel hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Overvast vastgesteld op € 447,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
in het principaal en het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep: