De moeder stelt dat de rechtbank ten onrechte ervan is uitgegaan dat, nu de echtscheiding nog vers is en de financiële afwikkeling daarvan een grote rol speelt in de (echtscheidings-) strijd tussen de ouders -in die zin dat om die reden de man grillig is in zijn gedrag naar de vrouw- , te verwachten is dat er verbetering komt in de slechte communicatie tussen partijen.
De moeder geeft aan dat het huwelijk van partijen zich met name in de laatste jaren gekenmerkt heeft door huiselijk geweld van de zijde van de vader. Het gedrag van de vader heeft volgens de moeder ertoe geleid dat de kinderen erg bang voor hem zijn.
De moeder wijst erop dat [de minderjarige1] en [de minderjarige2] kwetsbare kinderen zijn met een rugzakje, die belang hebben bij snelle en adequate beslissingen, en dat zij door de onbetrouwbaarheid van hun vader en de gebeurtenissen in het verleden niet alleen bang zijn voor hem, maar ook niet meer willen dat de vader nog enige zeggenschap over hen heeft. Daarbij zijn zij stellig in hun mening. Alleen dat vindt de moeder al voldoende reden om haar het eenhoofdige gezag toe te kennen.
De moeder wijst er verder op dat de vader twee gezichten heeft. Aan de ene kant frustreert de vader op dit moment het gezag over en de hulpverlening aan de kinderen niet en toont hij zich in het contact richting de moeder steeds welwillend, ondanks zijn eerdere bedreigende e-mailberichten, maar aan de andere kant blijkt de vader achter haar rug om in zijn berichtgeving richting de raad heel anders over haar te denken. De vader is boos op de moeder, neemt haar het een en ander kwalijk, vindt haar manipulatief en beschuldigt haar van verduistering. Hoewel de vader de hulpverlening aan de kinderen niet frustreert, is duidelijk dat hij de aangewezen hulpverlening niet noodzakelijk acht. De moeder acht dit zorgelijk en ziet hierin een onaanvaardbaar risico omdat het om zeer kwetsbare kinderen gaat die, als het nodig mocht zijn, snel geholpen moeten worden. De moeder maakt zich zorgen over de toekomst en is bang voor de vader. De communicatie tussen partijen bestaat op dit moment alleen uit de e-mailberichten die de moeder één keer per drie maanden stuurt om de vader op de hoogte te houden over de kinderen. De moeder is ondanks alles van mening dat de vader wel geïnformeerd moet worden over hoe het gaat met [de minderjarige1] en [de minderjarige2], maar overleg acht zij niet mogelijk. Het contact met de vader zorgt bij de moeder voor veel spanningen, welke zich bij haar momenteel uiten in lichamelijke klachten die steeds erger worden waardoor de moeder aangewezen is op medicatie als morfinepleisters en valium. De moeder is tot op heden bang dat de vader haar iets zal aandoen. Ter onderbouwing van de dreigende houding van de vader jegens de moeder heeft de moeder een aantal e-mailberichten overgelegd.
De moeder betwist ook dat de vader enkel vanwege financiële perikelen grillig gedrag naar haar toe vertoont. Volgens de moeder is het duidelijk dat de vader het de moeder kwalijk neemt en haar de schuld ervan geeft dat hij geen contact heeft met de kinderen. Deze boosheid zal volgens de moeder niet zomaar overgaan. Verder zullen volgens de moeder de financiële perikelen, zoals de rechtbank het noemt, nog lange tijd niet voorbij zijn. Omdat de man weigerde achterstallige partner- en kinderalimentatie te voldoen, is de moeder genoodzaakt geweest om het LBIO in te schakelen en is er loonbeslag gelegd. De achterstand bedraagt thans nog circa € 20.000,--. De grilligheid van de vader zal dus nog lange tijd aanhouden als de financiële zaken tussen partijen een graadmeter zijn voor het gedrag van de vader.
Desgevraagd heeft de moeder aangegeven dat het - hoewel dit voor [de minderjarige1] een spannende tijd is in verband met de aankondigingsbrief ten aanzien van de door de vader gewenste omgangsregeling - op dit moment goed gaat met [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. Er is momenteel geen hulpverlening, de situatie rondom de kinderen is stabiel en rustig. Zij voelen zich gelukkig. Beide kinderen willen graag dat het zo blijft, aldus de moeder.