In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen [appellant] en [geïntimeerde], waarbij [appellant] in eerste aanleg als gedaagde en [geïntimeerde] als eiseres optrad. Het hof heeft vastgesteld dat het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland van 2 februari 2015, waartegen [appellant] hoger beroep heeft ingesteld, een aantal belangrijke beslissingen bevatte. Het hof heeft echter ook geconstateerd dat mr. Roorda, die als raadsheer-plaatsvervanger in het hof fungeert, betrokken was bij de zaak als advocaat van een van de partijen. Om de schijn van partijdigheid te vermijden, heeft het hof besloten de zaak door te verwijzen naar een aangrenzend hof, te weten het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit besluit is genomen in het belang van een eerlijke en onpartijdige rechtsgang. De uitspraak van het hof is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.