Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: [verzoekster],
gevestigd te Utrecht,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
[…] verschenen. Tevens is verschenen […], begeleider van het Moeder&Kindhuis van LSG-Rentray. Namens de Raad voor de Kinderbescherming is, met bericht vooraf, geen vertegenwoordiger verschenen.
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing
De gecertificeerde instelling heeft [verzoekster] aangemeld bij Talitha, een moeder-kind plek bij de stichting Timon. Op 3 november 2014 zijn de bodemeisen (onder meer stoppen met middelengebruik: alcohol, drugs en roken) voor een dergelijke plaatsing met [verzoekster] besproken ten aanzien van de veiligheid van [verzoekster] en haar ongeboren baby. [verzoekster] reageerde zeer afwijzend op die bodemeisen en gaf aan niet mee te willen werken, waardoor een plaatsing bij Talitha niet heeft plaatsgevonden.
Dat het nu goed gaat met [verzoekster] op school, in het Moeder&Kindhuis, en dat zij geen middelen meer gebruikt acht het hof zonder meer een positieve ontwikkeling. Ook het feit dat [verzoekster] nu in de omgeving van haar familie wil wonen acht het hof positief. Gezien echter het lange traject van hulpverlening dat [verzoekster] achter de rug heeft, haar persoonlijke problematiek en het feit dat de verbeteringen die zij stelt pas recent hebben plaatsgevonden zodat de bestendigheid daarvan nog zal moeten blijken, is het hof van oordeel dat die ontwikkelingen onvoldoende zijn om thans reeds erop te kunnen vertrouwen dat [verzoekster] die ingeslagen weg zal volhouden buiten de structuur van de gesloten setting. Het hof is met de gecertificeerde instelling van oordeel dat het in het belang van [verzoekster] en haar ongeboren kind is dat het in de gesloten setting ingeslagen traject, waarin [verzoekster] nu wel juiste beslissingen neemt, wordt voortgezet. De gecertificeerde instelling heeft daar tijdens de mondelinge behandeling aan toegevoegd dat de wens van [verzoekster] om in de omgeving van haar familie in Friesland te gaan wonen in dat traject kan worden meegenomen. Ná de bevalling kan in en vanuit de gesloten setting tevens worden bezien of [verzoekster] in staat is de verzorging en opvoeding van haar kind op zich te nemen en kunnen in het kader van deze beslissing de juiste maatregelen worden getroffen voor de toekomst.