ECLI:NL:GHARL:2015:2633
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van echtscheidingsproblematiek tussen ouders
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2003, als gevolg van de destructieve samenwerking tussen de ouders. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de kinderrechter van 10 september 2014 aangevochten, waarin de minderjarige onder toezicht werd gesteld van de gecertificeerde instelling Regiecentrum Bescherming en Veiligheid (GI) voor een periode van twaalf maanden. De ouders zijn sinds medio 2013 feitelijk uit elkaar en de echtscheidingsbeschikking is op 22 augustus 2014 ingeschreven. De Raad voor de Kinderbescherming heeft de ondertoezichtstelling aangevraagd, omdat de minderjarige ernstig belast wordt door de echtscheidingsproblematiek en getuige is geweest van huiselijk geweld. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders hun eigen belangen boven die van de minderjarige stellen, wat leidt tot een ernstig loyaliteitsconflict voor de minderjarige. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 januari 2015 is gebleken dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is, wat de ontwikkeling van de minderjarige bedreigt. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, omdat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ernstige ontwikkelingsbedreiging weg te nemen en de communicatie tussen de ouders te verbeteren. Het hof benadrukt dat de ouders in het belang van de minderjarige moeten samenwerken en dat de hulpverlening in vrijwillig kader tot nu toe onvoldoende is gebleken. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de minderjarige, die recht heeft op een onbelast contact met zijn vader.