Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
- de daarin vastgestelde bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1] en [kind 2] met ingang van 1 mei 2013, dan wel met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift, dan wel een datum die de rechtbank redelijk acht, vast te stellen op een bedrag van € 25,- per kind per maand dan wel een zodanig bedrag lager dan € 438,- per kind per maand als de rechtbank redelijk acht;
- de daarin vastgestelde bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw met ingang van 1 mei 2013, dan wel met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift, dan wel een datum die de rechtbank redelijk acht, vast te stellen op nihil, dan wel een zodanig bedrag lager dan € 165,- per maand als de rechtbank redelijk acht.
5.De motivering van de beslissing
Grief Ifaalt.
grieven II en III.
resterendeverdiencapaciteit. De man heeft daarnaast ook nooit bezwaar gemaakt tegen de beslissing gebaseerd op het UWV-rapport of anderszins aangetoond dat dit rapport niet zou deugen. Van de man mag verwacht worden dat hij alles in het werk stelt om in de behoefte van zijn kinderen te voorzien. De man laat onvoldoende zien dat hij zich inspant om inkomen te verwerven. Bovendien heeft hij altijd verklaard niet te willen werken en heeft hij zijn overige inkomen (overblijfouder, kamerverhuur, eigen bedrijf) niet inzichtelijk gemaakt.
Grief IVfaalt.
Grief Vfaalt.
Grief VIfaalt.
Grief VIIfaalt en
grief Aslaagt.
grief VIII.
periode 1is € 1.010,- (zie hiervoor onder 5.7). De draagkracht van de man in die periode is € 1.052,- en die van de vrouw
periode 1te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de beide kinderen van partijen van € 436,- (ofwel € 218,- per kind per maand).
periode 2is € 1.067,- (zie hiervoor onder 5.7). De draagkracht van de man in die periode is € 1.023,- en die van de vrouw
in periode 2te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de beide kinderen van partijen van € 330,- (ofwel € 165,- per kind per maand).
periode 3is € 750,- (zie hiervoor onder 5.7). De draagkracht van de man in die periode is € 944,- en die van de vrouw
in periode 3te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de beide kinderen van partijen van € 441,- (ofwel € 220,50 per kind per maand).
grief IXen slaagt
grief Benkel waar het betreft het inkomen uit vermogen van de zijde van de vrouw.
Grief Xfaalt derhalve.
grief XIIslaagt geheel.
6.De slotsom
7.Aanhechten draagkrachtberekeningen partneralimentatie
8.De beslissing
- 1 juni 2013 een bedrag van € 218,- per kind per maand zal betalen;
- 1 mei 2014 een bedrag van € 165,- per kind per maand zal betalen;
- 1 juni 2013 vast op een bedrag van € 139,- per maand;
- 1 mei 2014 op nihil;
- 1 januari 2015 vast op een bedrag van € 251,- per maand;