Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem
hierna: [appellant],
hierna: [geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
Bij arrest van 26 januari 2015 heeft dit hof voornoemde vonnissen van 26 november 2014 bekrachtigd.
17 februari 2015 het hiervoor onder 1.1 genoemde verzoekschrift tot faillietverklaring van
[appellant] behandeld. Bij vonnis van deze rechtbank van 17 februari 2015 is [appellant] in staat van faillissement verklaard. Hierbij is tot rechter-commissaris benoemd mr. C.J. Hofman en is tot curator aangesteld mr. R. Meulenberg, advocaat te Amsterdam. Het hof verwijst naar laatstgenoemd vonnis.
2.Het geding in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Er is eveneens voldaan aan het pluraliteitsvereiste, nu uit de van de curator ontvangen en in zoverre door [appellant] niet althans onvoldoende gemotiveerd betwiste informatie summierlijk is gebleken van zakelijke en privé-vorderingen (waartoe in elk geval behoren een vordering van de Belastingdienst ter zake van onbetaald gelaten motorrijtuigenbelasting over 2014 van € 2.319,- en een vordering van het CJIB van € 4.008,79; ten aanzien van deze laatste vordering heeft [appellant] ter zitting in hoger beroep verklaard dat op dat bedrag inmiddels € 2.000,- zou zijn afbetaald).
Nu [appellant], die thans moet rondkomen van een WWB-uitkering, ook zelf heeft verklaard dat hij over onvoldoende middelen beschikt om alle schuldeisers te voldoen, is daarnaast ook summierlijk gebleken van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat [appellant] in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen.
4.4. De beslissing
26 maart 2015 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van de griffier.