Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De beoordeling van het geschil in hoger beroep
5.Slotsom
€ 4.893,-(3 punten x tarief IV)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de verdeling van de nalatenschap van de erflater [Z], die op 6 september 1980 is overleden. De erfgenamen zijn zijn pleegzoon [geïntimeerde] en zijn huishoudster [appellant sub 2]. Na het overlijden van de erflater ontstond er een geschil over de verdeling van de nalatenschap, waaronder een woning die aan de erflater toebehoorde. De rechtbank Gelderland heeft in eerdere vonnissen bepaald dat de woning aan [geïntimeerde] moet worden toegedeeld, maar de erven van [appellant sub 2] hebben hiertegen hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak behandeld en op 10 maart 2015 arrest gewezen. Het hof heeft geoordeeld dat de verkoop van de woning door [geïntimeerde] niet onrechtmatig was en dat de vorderingen van de erven [appellant sub 2] in reconventie zijn afgewezen. Het hof heeft de eerdere vonnissen van de rechtbank bekrachtigd, met uitzondering van enkele onderdelen die zijn vernietigd. De erven [appellant sub 2] zijn veroordeeld tot betaling van diverse bedragen aan [geïntimeerde].