Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 10 oktober 2014. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], met een termijn van een jaar verlengd en het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege afgewezen. De terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. W. van Vliet, heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij in ruime mate verloven heeft gepraktiseerd en dat er voldoende mogelijkheden zijn voor resocialisatie. Hij verzocht het hof om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen of in ieder geval om de kliniek aan te sporen tot een spoedige hervatting van het resocialisatietraject.
Het openbaar ministerie heeft echter betoogd dat de rechtbank de aangifte tegen de terbeschikkinggestelde terecht niet heeft meegewogen en dat er onvoldoende stabiliteit is in zijn leven, wat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging prematuur maakt. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de rechtbank op goede gronden heeft beslist. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege afgewezen. Het hof heeft geen aanleiding gezien om de kliniek aan te sporen tot een spoedige hervatting van het resocialisatietraject, en heeft opgemerkt dat de aangifte geen rol heeft gespeeld in de beslissing.