Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[X],
[Y],
Maatschap [Z],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de beëindiging van twee samenhangende pachtovereenkomsten die zijn ontstaan uit een gebruiksruil tussen twee families. De appellante, [A], heeft de pachtovereenkomst opgezegd na het plotselinge overlijden van haar partner, [B]. De andere partij, de maatschap [Z], heeft in reconventie de beëindiging van de andere pachtovereenkomst gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat de beëindiging van de ene pachtovereenkomst een zwaarwegend argument is voor de beëindiging van de andere, maar dat ook andere omstandigheden in de belangenafweging moeten worden meegenomen. Het hof oordeelt dat de redelijke verwachtingen van de maatschap [Z] zwaarder wegen dan de argumenten van [A] voor voortzetting van de pachtovereenkomst. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank in reconventie en beëindigt de pachtovereenkomst per 1 april 2015, met een uitvoerbaar bij voorraad verklaring. Tevens wordt [A] veroordeeld in de proceskosten.