ECLI:NL:GHARL:2015:10182

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 oktober 2015
Publicatiedatum
2 mei 2017
Zaaknummer
21-001952-14
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de strafzaak van diefstal van een motorfiets

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland, waarbij de verdachte is veroordeeld voor diefstal van een motorfiets. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 4 april 2014. Het hof heeft de zaak behandeld op de zitting van 18 september 2015, waarbij de advocaat-generaal een werkstraf van negentig uren heeft gevorderd, waarvan dertig uren voorwaardelijk. De verdachte is beschuldigd van het wegnemen van een motorfiets uit een schuur in Hengelo op 31 oktober 2013. De tenlastelegging is gewijzigd tijdens de eerste aanleg, waarbij de verdachte primair is beschuldigd van diefstal en subsidiair van poging tot diefstal.

Het hof heeft de verklaringen van de aangever en de verdachte beoordeeld. De aangever heeft verklaard dat hij op de bewuste dag een stationcar op zijn erf zag rijden, waarin de motorfiets van hem werd vervoerd. De verdachte werd later geïdentificeerd als de bestuurder van deze stationcar. Het hof oordeelt dat de verdachte de motor uit de macht van de rechthebbende heeft weggenomen en dat er sprake is van een voltooide diefstal. Het verweer van de raadsman, die vrijspraak bepleitte, werd verworpen.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vermogensdelicten. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 22c, 22d, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, die van toepassing waren ten tijde van het bewezenverklaarde. De uitspraak is gedaan op 2 oktober 2015.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001952-14
Uitspraak d.d.: 2 oktober 2015
TEGENSPRAAK
Promis

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland van 4 april 2014 met parketnummer 05-001250-14 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961,
wonende te [woonplaats].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 18 september 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende tot veroordeling van verdachte voor het subsidiair ten laste gelegde tot een werkstraf voor de duur van negentig uren, waarvan dertig uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr. A.A. Dooijeweerd, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks 31 oktober 2013 te Hengelo (Gld), gemeente Bronckhorst met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een schuur een motor, Kington KT 125-4 125cc kleur rood, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
subsidiair:
hij op of omstreeks 31 oktober 2013 te Hengelo (Gld), gemeente Bronckhorst ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen uit een schuur een motor, Kington KT 125-4 125cc kleur rood, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, die schuur is binnengedrongen/ gegaan en/of op voornoemde motor is gaan zitten en/of die motor uit die schuur heeft gereden/ gehaald en/of in de laadbak van een auto heeft gelegd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep, zoals ook door de advocaat-generaal is gerekwireerd, vrijspraak bepleit voor het primair ten laste gelegde. Hiertoe is aangevoerd dat er geen sprake is van een voltooide diefstal, nu de motor niet daadwerkelijk meegenomen is door verdachte.
Het hof overweegt hiertoe het volgende. Op 31 oktober 2013 zag aangever een personenauto van het type stationcar zijn erf op rijden, waarna hij in zijn auto is gestapt en het betreffende erf is opgereden. De stationcar blijkt achter de woning en voor de schuur te staan, met in de laadbak van de stationcar de in de tenlastelegging genoemde motor van aangever. Op dat moment ziet aangever twee mannen lopen die hij aanspreekt. Eén daarvan blijkt verdachte te zijn. Later blijkt dat het kenteken van de stationcar op naam van verdachte staat.
Het hof heeft geen grond te twijfelen aan de juistheid van de inhoud van de gedetailleerde verklaring van aangever. Gelet hierop acht het hof aannemelijk dat verdachte door de motor uit aangevers schuur te halen en in de laadbak van zijn, verdachtes, auto te leggen, de motor uit de macht van de rechthebbende heeft gebracht en daarover als heer en meester is gaan beschikken, zodat sprake is van een voltooide diefstal. Het hof verwerpt het verweer.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
primair:
hij op 31 oktober 2013 te Hengelo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een schuur een motor, Kington KT 125-4 125cc kleur rood, toebehorende aan [betrokkene].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het primair bewezen verklaarde levert op:
Diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een taakstraf van de hierna aan te geven duur - de volgende omstandigheden.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een brutale diefstal van een motorfiets. Dergelijke strafbare feiten veroorzaken hinder, schade en gevoelens van onveiligheid bij de slachtoffers. De verdachte heeft kennelijk slechts gehandeld vanuit het oogpunt van financieel gewin en heeft er blijk van gegeven weinig respect te hebben voor het eigendomsrecht van een ander.
De politierechter heeft verdachte een taakstraf voor de duur van 80 uur opgelegd. Het hof komt tot oplegging van een hogere straf. Bij de straftoemeting is gelet op de LOVS-oriëntatiepunten. Voor diefstal van een motorfiets geldt daarbij als oriëntatiepunt een taakstraf van 120 uren. Gelet hierop is het hof van oordeel dat de door de politierechter opgelegde straf, geen recht doet aan de ernst van de feiten. Deze straf is hoger dan de gevorderde straf door de advocaat-generaal die heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het subsidiair tenlastegelegde feit.
Voorts heeft het hof bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 20 augustus 2015 - eerder is veroordeeld voor een vermogensdelict.
Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat oplegging van taakstraf van de hierna aan te geven duur, passend is.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafbestaande uit een werkstraf voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter,
mr. W. Foppen en mr. A.J. Smit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.G. Dekker, griffier,
en op 2 oktober 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.I.M.W. Bartelds is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 2 oktober 2015.
Tegenwoordig:
mr. A.H. Garos, voorzitter,
mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit, advocaat-generaal,
mr. J.M. van Westerlaak, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.